Herhalen werkwoordspelling

Herhalen werkwoordspelling
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Herhalen werkwoordspelling

Slide 1 - Diapositive

deze les:
  • stillezen (5 min.)
  • uitleg: herhalen alle werkwoordsvormen (10 min.)
  • zelfstandig werken - werkblad  (15 min)
  • vragen stellen over opdrachten ( 5 min.)

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Spelling herhalen

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Niet boos worden, want hij ........... (weten t.t.) niet beter!

Slide 6 - Question ouverte

Niet boos worden, want hij ........... (weten t.t.) niet beter!

1. hij 
2. ik-vorm +t
3. ik weet+t     
4. weet

Slide 7 - Diapositive

De minister … (vermijden t.t.) de moeilijke vragen het liefst.

Slide 8 - Question ouverte

De minister … (vermijden t.t.) de moeilijke vragen het liefst.

1. de minister = hij 
2. ik-vorm +t
3. ik vermijd+t     
4. vermijdt          

Slide 9 - Diapositive

… (branden t.t.) je jouw vingers niet aan die hete pan?

Slide 10 - Question ouverte

… (branden t.t.) je jouw vingers niet aan die hete pan?

1. ............ je/jij 
2. ik-vorm
3. ik brand     
4. Brand         

Slide 11 - Diapositive

… (branden v.t.) je jouw vingers niet aan die hete pan?

Slide 12 - Question ouverte

… (branden v.t.) je jouw vingers niet aan die hete pan?
1. .......... je/jij
2. ik-vorm +de/te
3. stam = bran  
4. in 't ex-kofschip?
5. nee - dus +de
6. ik brand +de
7. Brandde          

Slide 13 - Diapositive

Simon … (kloppen v.t.) netjes op de deur voordat hij naar binnen liep.

Slide 14 - Question ouverte

Simon … (kloppen v.t.) netjes op de deur voordat hij naar binnen liep.
1. Simon = hij
2. ik-vorm +de/te
3. stam = klopp  
4. in 't ex-kofschip?
5. ja - dus +te
6.  ik klop +te
7. klopt         

Slide 15 - Diapositive

Na de stille tocht werden de kaarsjes … (doven vdw).


Slide 16 - Question ouverte

Na de stille tocht werden de kaarsjes … (doven vdw).
1. gedoofd / gedooft
2. stam = dov
3. v in 't ex=kofschip?
4. nee - dus d

5. gedoofd   

Slide 17 - Diapositive


de ................... (doven) kaarsjes

Slide 18 - Question ouverte

De stratenmaker heeft de straat ............. (verbreden vdw).

Slide 19 - Question ouverte

De stratenmaker heeft de straat ............. (verbreden).
1. verbreed / verbreet
2. stam = verbred
3. d in 't ex=kofschip?
4. nee - dus d

5. verbreed   

Slide 20 - Diapositive

de ................. (verbreden b.g.vdw) straat

Slide 21 - Question ouverte

Die appel is helemaal ..................(verrotten vdw).

Slide 22 - Question ouverte

de ................. (verrotten b.g. vdw) appel

Slide 23 - Question ouverte

Maken
Werkblad werkwoordspelling
timer
15:00

Slide 24 - Diapositive

Test Jezelf

Slide 25 - Diapositive

Anna ............. (worden t.t.) voor ieder feest .......... ( uitnodigen vdw).

Slide 26 - Question ouverte

Kees en Jan ............... (eten v.t.) de ........................ (beschimmelen vdw) boterham niet op.

Slide 27 - Question ouverte

Volgende les

Oefentoets Lessonup

Toets Spelling - werkwoorden

Slide 28 - Diapositive