Spelling - blok 1 & 2 - les 1.8, 1.9, 2.7, 2.8 en 2.10

Spelling 
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Spelling 

Slide 1 - Diapositive

Doelen van vandaag
  • herhalen persoonsvorm t.t.
  • herhalen persoonsvorm v.t.
  • herhalen voltooid deelwoord
  • bijvoeglijk naamwoord
  • bijv. naamwoord van een voltooid deelwoord

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Het werkstuk ...... (worden t.t.) te laat ingeleverd.

Slide 4 - Question ouverte

Het werkstuk ...... (worden t.t.) te laat ingeleverd.

1. het werkstuk = het  
2. ik-vorm +t
3. ik word +t     
4. wordt             

Slide 5 - Diapositive

De conciërge .......... (houden t.t.) de leerlingen goed in de gaten.

Slide 6 - Question ouverte

De conciërge ....... (houden t.t.) de leerlingen goed in de gaten.
1. de conciërge = hij  
2. ik-vorm + t
3. ik houd + t   
4. houd         

Slide 7 - Diapositive

Het schoolfeest ........... (luiden t.t.) het begin van het schooljaar in.


Slide 8 - Question ouverte

Het schoolfeest ........... (luiden t.t.) het begin van het schooljaar in.
1. het schoolfeest = het 
2. ik-vorm +t
3. ik luid +t     
4. luid         

Slide 9 - Diapositive

Het schoolfeest ........... (luiden v.t.) het begin van het schooljaar in.


Slide 10 - Question ouverte

Het schoolfeest ........... (luiden v.t.) het begin van het schooljaar in.
1. het schoolfeest = het 
2. ik-vorm +de/te
3. stam = lui  
4. in 't ex-kofschip?
5. nee - dus +de
6. luid +de
7. luidde          

Slide 11 - Diapositive

Het grote huis .................... (branden v.t.) tot de grond toe af.


Slide 12 - Question ouverte

Het grote huis .................... (branden v.t.) tot de grond toe af.

1. het grote huis = het 
2. ik-vorm +de/te
3. stam = bran  
4. in 't ex-kofschip?
5. nee - dus +de
6. brand +de
7. brandde          

Slide 13 - Diapositive

Voltooid deelwoord
  • heeft een hulpww: zijn / hebben /worden
  • Begint meestal met ge- / be- / ver- / her-
  • Eindigt op - en of 
  • d/t - gebruik het 't ex-kofschip

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Het grote huis is tot de grond toe ...............
(afbranden vdw).


Slide 16 - Question ouverte

Het grote huis is tot de grond toe  .......(afbranden vdw).

1. afgebrand / afgebrant
2. stam = afbrand
3. d in 't ex=kofschip?
4. nee - dus d

5. afgebrand   

Slide 17 - Diapositive

Het schoolfeest heeft het begin van het schooljaar
...................... (inluiden vdw).


Slide 18 - Question ouverte

Het schoolfeest heeft het begin van het schooljaar
...................... (inluiden vdw).
1. ingeluid / ingeluit
2. stam = inluid
3. d in 't ex=kofschip?
4. nee - dus d

5. ingeluid   

Slide 19 - Diapositive

Klankveranderde werkwoorden

Slide 20 - Diapositive

De leerkracht .......... (doen v.t.) raar.

Slide 21 - Question ouverte

Wij .......... (gaan v.t.) op vakantie.

Slide 22 - Question ouverte

Slide 23 - Diapositive

Breken - brak - ......
A
gebreekt
B
gebrakt
C
gebroken

Slide 24 - Quiz

VOLTOOID DEELWOORD

VB: Het vliegtuig is op Schiphol geland. 

pv= is

vd= geland


VB: Robin heeft geen straf gekregen.

pv=heeft

vd=gekregen

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Björn heeft geld _____ van zijn vriend. (lenen)

Slide 28 - Question ouverte

het .............. (lenen) geld

Slide 29 - Question ouverte

Wat is het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord?

de .............................. (kwijtraken) kinderen

Slide 30 - Question ouverte

Wat is het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord?

de .............................. (verbreden) straat

Slide 31 - Question ouverte

Slide 32 - Diapositive

Maken Spelling - blok 1 - les 1.8 en 1.9
                                 blok 2 - les 2.7, 2.8, 2.10
timer
10:00
Klaar?

  • ander huiswerk

Slide 33 - Diapositive