Hoofdzin en bijzin

Hoofdzin en bijzin
Herkennen van hoofdzinnen en bijzinnen in samengestelde zinnen (compound sentences)
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolmavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Hoofdzin en bijzin
Herkennen van hoofdzinnen en bijzinnen in samengestelde zinnen (compound sentences)

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Ik herken hoofdzinnen en bijzinnen in  samengestelde zinnen.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Concept
Samengestelde zin 
= een zin die uit meerdere zinnen bestaat. Je hebt een soms een voegwoord.

Voegwoord 
= een woord wat twee zinnen samenvoegt.
Voorbeelden: en, want, ook, omdat, als, daarom. tenzij etc.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een hoofdzin
De persoonsvorm (direct verb) is het eerste of tweede deel van de zin.
De persoonsvorm (direct verb) staat naast het subject van de zin.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een bijzin
De persoonsvorm (direct verb) staat NIET naast het subject, maar staat achteraan in de zin.
De bijzin zegt iets over de hoofdzin.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je kan ook twee hoofdzinnen hebben in een samengestelde zin!

Dave zet de fiets op slot en gaat de winkel binnen.

Hoofdzin + hoofdzin


Hoofdzin - voegwoord - Hoofdzin

Hoofdzin - en, want, maar, of - Hoofdzin

Deze voegwoorden ( en, want, maar, of ) verbinden vaak twee hoofdzinnen aan elkaar.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitleg alle vormen van samenstellingen:
Hoofdzin + hoofdzin
1. Ik ben ziek, dus ik blijf thuis.

Hoofdzin + bijzin 
3. Ik ga naar school, hoewel ik me niet fit voel.

Bijzin + hoofdzin
4. Als ik goed leer voor mijn toets, krijg ik zeker een hoog cijfer.




Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nog meer voorbeelden

Hoofdzin + hoofdzin:

Neem je rugzak mee of pak je handtas.


Hoofdzin + bijzin:

Ik kan me niet voorstellen, dat Linda nog langer blijft.


Bijzin  + hoofdzin:

Als je nu je spullen niet pakt, dan doe ik het voor je!

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke combinaties zijn dus mogelijk?
1. Hoofdzin + Hoofdzin
2. Hoofdzin + bijzin
Bijzin + hoofdzin



Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoofdzin of bijzin?
Ik vind het raar dat je ineens ver weg woont.

.....dat je ineens ver weg woont.
A
Hoofdzin
B
Bijzin

Slide 11 - Quiz

Het onderwerp (ik) staat niet naast de persoonsvorm (kan).
Hoofdzin of bijzin?
We hopen allebei dat je snel een kaartje stuurt.

We hopen allebei....
A
Hoofdzin
B
Bijzin

Slide 12 - Quiz

Het onderwerp (ik) staat niet naast de persoonsvorm (kan).
Hoofdzin of bijzin?
Ze hebben een gewoonte waar ik erg aan moet wennen.
.....waar ik erg aan moet wennen.
A
Hoofdzin
B
Bijzin

Slide 13 - Quiz

Het onderwerp (ik) staat naast de persoonsvorm (ga).
Hoofdzin of bijzin?
Ze kijken je heel afkeurend aan als je te lang blijft.

... als je te lang blijft.
A
Hoofdzin
B
Bijzin

Slide 14 - Quiz

Het onderwerp (ik) staat niet naast de persoonsvorm (kan).
Deze samengestelde zin bestaat uit een .....+ .....

Dat doe ik altijd, omdat ik dat nu eenmaal doe.
A
Hoofdzin + bijzin
B
Bijzin + hoofdzin
C
Hoofdzin + hoofdzin
D
Bijzin + bijzin

Slide 15 - Quiz

Het onderwerp (het) staat naast de persoonsvorm (heeft).
Deze samengestelde zin bestaat uit een .....+ .....

Ik ben net thuis als plotseling mijn broer de deur opendoet.
A
Hoofdzin + bijzin
B
Bijzin + hoofdzin
C
Hoofdzin + hoofdzin
D
Bijzin + bijzin

Slide 16 - Quiz

Het onderwerp (het) staat naast de persoonsvorm (heeft).

Slide 17 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak een samengestelde zin die uit twee hoofdzinnen bestaat.

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak een samengestelde zin die uit een hoofdzin en een bijzin bestaat.

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak een samengestelde zin die uit een bijzin en een hoofdzin bestaat.

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions