4.1.2 Rekenen met decimale getallen

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom

Dit leg ik op tafel:

Laptop --> dicht

Etui       --> pen/potlood en rekenmachine. 

Map      --> open

Gelukt = stil zijn en wachten :) 

Vorige les

Planning

Uitleg en oefenen 10 min

Werken 30 min --> opgesplitst in delen

Les afronden 5 min

Leerdoel trede 4 

week 1 en 2

Je rekent met decimale getallen, je wijst ze aan op de getallenlijn, je rondt ze af op helen, tienden of honderdsten en je gebruikt dit om schattend te rekenen.

Wat gaan wij leren vandaag?

1. Je rekent met decimale getallen.
2. Je rekent met geld.

Rekenen met decimale getallen

Getallen met een iets na de komma.

Decimale getallen

Decimale getallen optellen

       0,3 + 0,6 = 

Inkomen

     a. 3 x 0,4 = 

       b. 5 x 0,3 = 

      c. 0,8 x 3 = 

      d. 0,1 x 8 = 

Uitdagend

6 × 3,6 = 

7,2 × 1,8 = 

5,7 × 9,4 = 

Antwoorden opschrijven in je schrift

Inkomen

      3 x 0,4 = 1,2

       5 x 0,3 = 1,5

      0,8 x 3 = 2,4

      0,1 x 8 = 0,8

Uitdagend

a. 6 × 3,6 = 21,6

b. 7,2 × 1,8 = 12,96

c. 5,7 × 9,4 = 53,58

Rekenen met geld

We gaan aan de slag!

Doelen deze week:

Les 1: 4.1.1 Decimale getallen

Les 2: 4.1.2 Rekenen met decimale getallen

Les 3: 4.1.3 Afronden

Kunnen wij het nu?

1. Je legt uit wat een decimaal getal is.
   
2. Je wijst op de getallenlijn een decimaal getal aan.
   
3. Je vergelijkt decimale getallen en beoordeelt welke groter of kleiner is.

In de supermarkt moet je voor een gezonde lunch €4,38 betalen. Je betaald met een briefje van 10 euro. Hoeveel krijg je terug?

Kunnen wij het nu?

In de supermarkt moet je voor een gezonde lunch €4,38 betalen. Je betaald met een briefje van 10 euro. Hoeveel krijg je terug?

10,00

  4,38
_______-

   5,62  ---> Je krijgt 5,60 terug, waarom niet die 2 cent? 

                       Volgende les gaan we het hebben over afronden.