Duitsland na 1918

Duitsland na 1918
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Duitsland na 1918

Slide 1 - Diapositive

In het Verdrag van Versailles werd afgesproken dat
A
Het Duitse leger niet meer dan 50.000 soldaten mocht hebben
B
Duitsland de helft van z'n grondgebied moest afstaan
C
Het Ruhrgebied moest vrij van Duitse soldaten zijn
D
Duitsland geen herstelbetalingen hoefde te betalen

Slide 2 - Quiz

Wat is het Verdrag van Versailles?
A
Een vredesverdrag tussen Duitsland en de geallieerden.
B
Een aanvalsplan
C
Een vredesverdrag tussen Rusland en Duitsland.
D
Een vredesverdrag tussen Duitsland en Frankrijk.

Slide 3 - Quiz

Welke drie beweringen over het Verdrag van Versailles zijn juist? Sleep die naar het verdrag naar de linkerkant.

Duitsland tekende het Verdrag van Versailles
Duitsland kon geld van Amerika lenen
Duitsland moest spullen aan België leveren
Duitsland moest geld aan Frankrijk betalen
Duitsland kreeg de schuld van de oorlog

Slide 4 - Question de remorquage

Loopgraven
Verdrag van Versailles
Militarisme 
Wapenwedloop

Slide 5 - Question de remorquage

Sleep de zinnen op juiste volgorde 
Tip: Zoek de eerste en de laatste gebeurtenis! 
Langst geleden 
daarna  gebeurde...
en daarna 
vervolgens..
En tot slot...
(kortst geleden) 
vervolgens..
Duitsland wordt hard gestraft in het Verdrag van Versailles 
Hitler belooft een eind te maken aan het Verdrag van Versailles 
Hitler wordt democratisch gekozen door het volk 
De Eerste Wereldoorlog eindigt, Duitsland heeft verloren 
Hitler wordt dictator en negeert het Verdrag van Versailles 
De Tweede Wereldoorlog breekt uit 

Slide 6 - Question de remorquage

1919
1923
1924
1929
1933
Beurskrach
Hyperinflatie
Dawesplan
Verdrag van Versailles
Hitler is dictator

Slide 7 - Question de remorquage

Wat is een interbellum?
A
Opkomst van vrouwenrechten
B
Periode van welvaart
C
Periode tussen twee oorlogen in
D
Crisisperiode

Slide 8 - Quiz

Wat is hyperinflatie
A
geld wordt heel snel meer waard
B
geld wordt heel snel minder waard
C
mensen willen graag oorlog voeren
D
het kabinet van Duitsland overlegt

Slide 9 - Quiz

Waardoor ontstond er hyperinflatie in Duitsland?
A
door de Franse bezetting gingen arbeiders staken en kwam er meer geld in omloop
B
om herstelbetalingen te kunnen doen ging men geld bijdrukken
C
door de Franse bezetting gingen arbeiders staken en om ze te betalen werd geld bijgedrukt
D
door de herstelbetalingen kwam er meer geld in omloop

Slide 10 - Quiz

Wat was de oplossing voor de hyperinflatie in Duitsland?
A
Anschluss
B
Bijdrukken van geld
C
Collaboratie
D
Dawesplan

Slide 11 - Quiz

Interbellum was van.....tot....
A
1918-1939
B
1939-1945
C
1914-1918
D
1919-1940

Slide 12 - Quiz

In welke staten wordt Duitsland opgesplitst?
A
Communistisch Duitsland
B
BRD
C
DDR
D
Kapitalistisch Duitsland

Slide 13 - Quiz

Hitler kwam in ... in Duitland aan de macht
A
1923
B
1933
C
1943
D
1953

Slide 14 - Quiz

Na WO II werd Duitland verdeeld in
A
West- en Oost-Duitsland
B
Bezettingszones
C
de BRD en de DDR
D
een communistisch en een kapitalistisch deel

Slide 15 - Quiz

Toen Hitler aan de macht kwam werd Duitland een:
A
Democratie
B
Dictatuur
C
Alleenheerschappij
D
Presidentschap

Slide 16 - Quiz

Wat hoort bij elkaar?
WOI
WOII
Het interbellum

Slide 17 - Question de remorquage

Dit hoort bij..?
WO-1
WO-2

Slide 18 - Question de remorquage

Anton Mussert was de leider van...
NSB
NSDAP
SDAP

Slide 19 - Question de remorquage

Hoe verliep de Tweede Wereldoorlog? 

Slide 20 - Question de remorquage

WAAR of NIET WAAR?
Het systematisch uitroeien van de Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog noem je de Holocaust. 

Slide 21 - Question de remorquage

Zet de gebeurtenissen in chronologische volgorde.
Conferentie van Jalta
De Tweede Wereldoorlog eindigt
De Tweede Wereldoorlog begint
Oprichting NAVO
Blokkade van Berlijn

Slide 22 - Question de remorquage

Berlijnse Blokkade
Berlijnse Muur

Slide 23 - Question de remorquage

Waar gaat de bron over?
Val van de Berlijnse Muur
Uiteenvallen van de Sovjet-Unie

Slide 24 - Question de remorquage

Zet op de juiste plek!
Oostblok
Westblok
IJzeren Gordijn
Berlijnse Muur

Slide 25 - Question de remorquage

Welke gebeurtenis is afgebeeld in de spotprent?
Berlijnse Blokkade
Berlijnse Muur

Slide 26 - Question de remorquage

Westen
Oosten
Reagan
Stalin
Kennedy
Communisme
Gorbatsjov
Perestrojka
Kapitalisme
DDR

Slide 27 - Question de remorquage

Wat is de juiste volgorde van 1985 tot de val van de Sovjet-Unie?
Val van de Sovjet-Unie
Val van de Berlijnse muur op 9 november
IJzeren Gordijn wordt open gezet in Hongarije
Gorbatsjov komt aan de macht
Gorbatsjov begint met glasnost en perestrojka
De twee Duitslanden zijn herenigd

Slide 28 - Question de remorquage