Werknemersvaardigheden voor MBO-1 leerlingen

Werknemersvaardigheden

Doel van de les

Aan het einde van de les kun je de belangrijkste werknemersvaardigheden noemen en uitleggen waarom deze vaardigheden belangrijk zijn.

Leg aan het begin van de les uit wat de leerlingen aan het einde van de les zullen leren.

Wat weet jij al over werknemersvaardigheden?

Wat zijn werknemersvaardigheden?

Werknemersvaardigheden zijn de vaardigheden die je nodig hebt om goed te functioneren in je werk.

Vraag aan de leerlingen of ze al voorbeelden kunnen noemen van werknemersvaardigheden.

Communicatie

Goede communicatieve vaardigheden zijn belangrijk in je werk. Denk aan: 

duidelijk spreken, 

luisteren naar anderen

 en feedback geven en ontvangen.

Vraag aan de leerlingen om in koppels of kleine groepjes een situatie te bedenken waarin goede communicatie belangrijk is. Laat ze dit kort met de klas delen.

Samenwerken

Samenwerken is een belangrijke werknemersvaardigheid. 

Het gaat om het kunnen werken in een team, 

bijdragen aan een gezamenlijk doel

 en het oplossen van problemen met anderen.

Laat de leerlingen in tweetallen of kleine groepjes een korte opdracht samen uitvoeren en bespreek daarna wat goed ging en wat beter kon.

Initiatief tonen

Initiatief tonen is belangrijk op de werkvloer. Het betekent dat je kansen ziet en daar op eigen initiatief op reageert.

Vraag aan de leerlingen om voorbeelden te noemen van situaties waarin ze zelf initiatief hebben genomen en wat het resultaat daarvan was.

Verantwoordelijkheid nemen

Verantwoordelijkheid nemen betekent dat je je verantwoordelijk voelt voor je werk en de resultaten daarvan. Het gaat om het nakomen van afspraken en het op tijd afleveren van werk.

Laat de leerlingen in tweetallen of kleine groepjes een korte opdracht uitvoeren waarbij ze verantwoordelijkheid moeten nemen voor hun eigen werk en dat van de ander.

Flexibiliteit

Flexibiliteit is belangrijk op de werkvloer omdat situaties snel kunnen veranderen. 

Het gaat om het kunnen aanpassen aan nieuwe situaties

 en het vinden van oplossingen bij problemen.

Laat de leerlingen in tweetallen of kleine groepjes een situatie bedenken waarin flexibiliteit belangrijk is en bespreek daarna kort met de klas.

Professionaliteit

Professionaliteit betekent dat je je gedraagt op een manier die past bij de werkomgeving en je functie. 

Het gaat om respectvol omgaan met collega's en klanten en het nakomen van afspraken.

Vraag aan de leerlingen om voorbeelden te noemen van professioneel gedrag en bespreek deze kort met de klas.

Waarom is flexibiliteit belangrijk op de werkvloer?

1. Omdat je anders je doelen niet kunt bereiken
2. Omdat het belangrijk is om altijd te doen wat je gezegd wordt
3. Situaties kunnen snel veranderen en je moet je kunnen aanpassen en oplossingen vinden
4. Omdat je anders ontslagen wordt

Wat valt er onder goede communicatieve vaardigheden?

1. Duidelijk spreken, luisteren naar anderen en feedback geven en ontvangen
2. Goed kunnen onderhandelen, overtuigen en verkopen
3. Goed kunnen nadenken, plannen en organiseren
4. Goed kunnen schrijven, spreken en presenteren

Wat zijn werknemersvaardigheden?

1. Vaardigheden die je alleen nodig hebt in de creatieve sector
2. Vaardigheden die je alleen nodig hebt in leidinggevende functies
3. Vaardigheden die je alleen nodig hebt bij het opstarten van een bedrijf
4. Vaardigheden die je nodig hebt om goed te functioneren in je werk

Samenvatting

Tijdens deze les hebben we geleerd wat werknemersvaardigheden zijn en waarom deze belangrijk zijn voor MBO-1 leerlingen. We hebben besproken hoe communicatie, samenwerken, initiatief tonen, verantwoordelijkheid nemen, flexibiliteit en professionaliteit belangrijke werknemersvaardigheden zijn.

Vat aan het einde van de les kort samen wat er is behandeld.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.