Pruiken & revoluties > les 4

Tijdbalk
Tijd van pruiken en revoluties 1700 - 1800
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisBasisschoolGroep 4,5

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Tijdbalk
Tijd van pruiken en revoluties 1700 - 1800

Slide 1 - Diapositive

Je leert vandaag:
  • Hoe mensen in de 18e eeuw reizen
  • Hoe mensen te weten komen wat er in de stad of in het land gebeurt.
  • Hoe en waarom de mensen in opstand kwamen. 

Slide 2 - Diapositive

In de 18e eeuw reizen
In de 18e eeuw zijn er geen auto's en treinen. 
Veel mensen reizen van de ene stad naar de andere stad met de trekschuit.

Trekschuit
De trekschuit is een boot die wordt getrokken door een paard. 
Trekschuiten vertrekken op vaste tijden, vaak 's morgens vroeg.
Ze gaan niet zo snel. 
De reis van Amsterdam naar Gouda duurt acht uur.
Arme mensen
Arme mensen kunnen de trekschuit niet betalen. 
Zij moeten alles lopend doen. 

Slide 3 - Diapositive

Reizen met de trekschuit
Jager
De baas van het paard heet de jager.
Zij lopen over een speciaal pad; het jaagpad. 
Schipper
De schipper zit bij het roer.
Reizigers
De reizigers zitten in de roef.
Er kunnen zeker dertig mensen in de trekschuit. 

Slide 4 - Diapositive

Filmpje: (6.11 min)
Tijdreis met de trekschuit

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Postkoets
De postkoets brengt de post van de ene naar de andere stad.
Met de postkoets gaat het reizen veel sneller dan met de trekschuit.

Reizen met de postkoets is duurder dan met de trekschuit en zit niet lekker.
De wegen zijn hobbelig in de 18e eeuw. 
De postkoets heeft houten wielen en geen vering.
Hij schut dus flink heen en weer.
Veel reizigers komen daardoor misselijk aan op hun bestemming. 
Rijke mensen
Rijke mensen reizen met hun eigen koets. Zij hebben een eigen koetsier die de koets bestuurt. 

Slide 7 - Diapositive

Noem twee redenen waarom mensen in de 18e eeuw liever met de trekschuit reizen dan met de postkoets.

Slide 8 - Carte mentale

Noem twee redenen waarom mensen in de 18e eeuw liever met de trekschuit reizen dan met de postkoets. 
  • duurder
  • zit niet lekker

Slide 9 - Diapositive

Posthoorn
In ons land vind je op veel plekken cafes en hotels die De Postkoets, De Post of De Posthoorn heten.
In de 18e eeuw kreeg de postkoets hier verse paarden.
De reizigers konden ondertussen een hapje eten.
Of ze konden hier blijven slapen.
De koetsier blies, bij aankomst in een stad of dorp, op de posthoorn.
Zo wisten de mensen dat de postkoets aangekomen was. 

Slide 10 - Diapositive

In welk vervoersmiddel zitten deze mensen?
A
In een trekschuit
B
In een postkoets
C
In een koets van rijke mensen

Slide 11 - Quiz

Het laatste nieuws
Veel mensen vinden het spannend als de trekschuit of postkoets aankomt omdat de reizigers vaak nieuwtjes te vertellen hebben. 

Slide 12 - Diapositive

Stadsomroeper
Ook moet je goed luisteren naar de stadsomroeper.
Je hoort hem al van ver aankomen met zijn harde stem en bel.
De stadsomroeper roept altijd belangrijke dingen over bijvoorbeeld de plannen van het stadsbestuur of over koopjes op de markt. 

Slide 13 - Diapositive

'Drie stuivers korting op een tonnetje haring!' 
'Vanaf vandaag gaan de stadspoorten een uur later dicht!' 
'Er is weer verse boter op de botermarkt!' 
'De belasting op koffie gaat omhoog!'

Slide 14 - Diapositive

Filmpje: (1.48 min)
Stadsomroeper Zwolle

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Krant lezen en koffie
Steeds meer mensen kunnen in de 18e eeuw lezen.
Dat is goed te zien in de koffiehuizen.
Gewone mensen komen hier eerst alleen om koffie te drinken.
Nu zitten de mensen er ook de krant te lezen. 
Twee keer per week ligt er een nieuwe krant in het koffiehuis.
De mensen blijven zo op de hoogte van de nieuwtjes in binnen- en buitenland. 

Slide 17 - Diapositive

Opstand
In 1748 gaat het slecht met de Republiek.
Er is weinig werk.
Melk, vlees en brood zijn duur.
De belastingen gaan ook nog eens omhoog! 
De mensen zijn vooral kwaad op de pachters
Die halen de belastingen op voor de regenten.
Ze laten het volk vaak te veel belasting betalen.
Ze steken het extra geld in hun eigen zak.
Het volk komt daarom in opstand. 
De mensen gaan de huizen van de pachters binnen en vernielen hun spullen. 

Slide 18 - Diapositive

Regenten
'De pachters hebben veel geld aan ons betaald. Nu mogen zij de belasting ophalen. Wij bemoeien ons daar niet mee!'
Pachter
'Natuurlijk vraag ik af en toe een beetje extra. 
Ik moet toch ook mijn gezin onderhouden?' 
Volk
'Wij moeten steeds meer geld betalen aan de pachters. 
De regenten doen hier niets aan.
Daarom komen wij zelf in actie.
Weg met die pachters!' 

Slide 19 - Diapositive

Met wie ben jij het eens?
A
regenten
B
pachters
C
volk

Slide 20 - Quiz

Evaluatie

Slide 21 - Diapositive

Het tijdvak pruiken en revoluties is in de 18e eeuw.
Welke jaartallen horen daarbij?
A
1500-1600
B
1600-1700
C
1700-1800
D
1800-1900

Slide 22 - Quiz