Overdrijving en ironie

H5 - woordenschat
Ik kan overdrijving en ironie herkennen en begrijpen.
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

H5 - woordenschat
Ik kan overdrijving en ironie herkennen en begrijpen.

Slide 1 - Diapositive

Bekijk de afbeelding

Slide 2 - Diapositive

Casper bedankt voor het antwoord. Hoe bedoelt hij dat?
A
Casper is echt blij met het antwoord en wil zijn klasgenoot bedanken.
B
Casper is helemaal niet blij met het antwoord en bedoelt iets anders dan hij zegt.

Slide 3 - Quiz

Zie vorige vraag. Waarom denk je dat?

Slide 4 - Question ouverte

Wat staat er: overdrijving en ironie
Schrijvers proberen hun teksten vaak afwisselender te maken door taaltrucjes te gebruiken. Als je deze trucjes herkent, begrijp je een tekst beter.

Bekijk de video-uitleg op de methodesite (H5 - woordenschat: wat staat er: overdrijving en ironie)


Slide 5 - Diapositive

Bekijk de afbeelding. Is de uitspraak een overdrijving of ironisch bedoeld?
A
ironie
B
overdrijving

Slide 6 - Quiz

Bekijk de afbeelding. Is de uitspraak een overdrijving of ironisch bedoeld?
A
ironie
B
overdrijving

Slide 7 - Quiz

Bekijk de afbeelding. Is de uitspraak een overdrijving of ironisch bedoeld?
A
ironie
B
overdrijving

Slide 8 - Quiz

Bekijk de afbeelding. Is de uitspraak een overdrijving of ironisch bedoeld?
A
ironie
B
overdrijving

Slide 9 - Quiz

Noteer in je eigen woorden wat het begrip 'overdrijving' betekent. Zet er een voorbeeld bij.

Slide 10 - Question ouverte

Noteer in je eigen woorden wat het begrip 'ironie' betekent. Zet er een voorbeeld bij.

Slide 11 - Question ouverte

Ik begrijp en herken de termen overdrijving en ironie.
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Sondage

Werk verder volgens de planning.

Let op! Ook de betekenis van alle woorden en uitdrukkingen van deze paragraaf moet je kennen!

Slide 13 - Diapositive