Overdrijving en ironie

H5 - woordenschat
Ik kan overdrijving en ironie herkennen en begrijpen.
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

H5 - woordenschat
Ik kan overdrijving en ironie herkennen en begrijpen.

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Lien

Slide 3 - Vidéo

Bekijk de afbeelding

Slide 4 - Diapositive

Casper bedankt voor het antwoord. Hoe bedoelt hij dat?
A
Casper is echt blij met het antwoord en wil zijn klasgenoot bedanken.
B
Casper is helemaal niet blij met het antwoord en bedoelt iets anders dan hij zegt.

Slide 5 - Quiz

Wat staat er: overdrijving en ironie
Schrijvers proberen hun teksten vaak afwisselender te maken door taaltrucjes te gebruiken. Als je deze trucjes herkent, begrijp je een tekst beter.


Slide 6 - Diapositive

Overdrijving:

- Groter, mooier of erger maken
Het was een doodsaaie film
We hebben eeuwen gewacht
Ironie:

- bedoelt het tegenovergestelde van wat hij zegt. Wordt ook op een bepaalde manier gezegd (met berichten vaak met een smiley)

Goh, precies op tijd
Lekker dan, weer regen!

Slide 7 - Diapositive

Bekijk de afbeelding. Is de uitspraak een overdrijving of ironisch bedoeld?
A
ironie
B
overdrijving

Slide 8 - Quiz

Bekijk de afbeelding. Is de uitspraak een overdrijving of ironisch bedoeld?
A
ironie
B
overdrijving

Slide 9 - Quiz

Bekijk de afbeelding. Is de uitspraak een overdrijving of ironisch bedoeld?
A
ironie
B
overdrijving

Slide 10 - Quiz

Bekijk de afbeelding. Is de uitspraak een overdrijving of ironisch bedoeld?
A
ironie
B
overdrijving

Slide 11 - Quiz

Noteer in je eigen woorden wat het begrip 'overdrijving' betekent. Zet er een voorbeeld bij.

Slide 12 - Question ouverte

Noteer in je eigen woorden wat het begrip 'ironie' betekent. Zet er een voorbeeld bij.

Slide 13 - Question ouverte

Ik begrijp en herken de termen overdrijving en ironie.
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Sondage

Maak 
Online woordenschat H5

Slide 15 - Diapositive