20 mei: herhaling bez. vnw. , kloktijden + uitleg möchten en am en im

Willkommen in dieser Stunde.
 
Na dit uur :
Kun je de basisregel van de ww + de uitzonderingen toepassen
Weet je waar je bij het ww möchten op moet letten

Weet je  weer hoe het ook al weer zat met de bezittelijke voornaamwoorden en de kloktijden. 



1 / 51
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 51 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Willkommen in dieser Stunde.
 
Na dit uur :
Kun je de basisregel van de ww + de uitzonderingen toepassen
Weet je waar je bij het ww möchten op moet letten

Weet je  weer hoe het ook al weer zat met de bezittelijke voornaamwoorden en de kloktijden. 



Slide 1 - Diapositive

We beginnen met de werkwoorden
De basis is: 
 stam + e st t en t en
volt. deelw. ge + stam + t

Slide 2 - Diapositive

Welk verschil is er bij werkwoorden met de stam op een s-klank

Slide 3 - Question ouverte

had je in je antwoord opgeschreven dat je bij du een t krijgt?
A
ja
B
nee

Slide 4 - Quiz

Welk verschil is er bij werkwoorden met de stam op een d of een t?

Slide 5 - Question ouverte

Bij welke pers. vnw komt er een extra e? (vul alleen de woorden in zonder komma of streepjes)

Slide 6 - Question ouverte

Kon je hier nog geen antwoord op geven?
Advies:
Bekijk en leer je aantekeningen nog eens goed.
Neem daarvoor straks  de dia's van af nummer 15 nog eens goed door en leer de werkwoorden 
We gaan nu eerst een aantekening maken van een nieuw werkwoord

Slide 7 - Diapositive

Neem nu het werkwoord möchten (zou graag willen) over in je schrift: Kapitel 3 Lektion 5 Gram.D
möchten = zou graag willen
ich              möcht e 
du               möcht est  
er/sie es   möcht e      
wir              möcht en 
ihr               möcht et 
sie/ Sie     möcht en 

Slide 8 - Diapositive

Wat valt je op bij de uitgangen van möchten?

Slide 9 - Question ouverte

Waar moet je bij er/sie/es dus op letten?

Slide 10 - Question ouverte

Had je in je antwoord geen t bij er/sie/es?
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quiz

Neem de extra zin nu ook over in je schrift
möchten = zou graag willen
ich              möcht e 
du               möcht est  
er/sie es   möcht e      Let op! hier komt geen t !!
wir              möcht en 
ihr               möcht et 
sie/ Sie     möcht en 

Slide 12 - Diapositive

Huiswerk: Vanaf hier werk je zelfstandig.
Je levert na deze LessonUp een foto in van je aantekening over het werkwoord möchten.
Deze LessonUp heb je in dit lesuur (op 20 mei) afgerond en de foto heb je ingeleverd. Dit wordt vandaag in Magister afgevinkt.
Voordat de volgende les begint, heb je opdracht 9 en 10 online bij Na Klar gemaakt en bestudeer je zelf Grammatica E.
Wanneer gebruik je am en wanneer gebruik je im ?

Slide 13 - Diapositive

Kon je  bij de eerste dia's  nog geen antwoord op geven?
Advies:
Bekijk en leer je aantekeningen nog eens goed.
Neem daarvoor straks nu de volgende dia's nog eens door.
Ging het wel goed, mag je gelijk door naar de groene dia's en kijken of je het ook kunt toepassen.


Slide 14 - Diapositive

0

Slide 15 - Vidéo

Regelmatige werkwoorden: wohnen
werkwoord: wohnen, stam:wohn
                             (Fe) (T)
ich              wohn e
du               wohn st
er/sie es   wohn t
wir              wohn en
ihr               wohn t
sie/Sie      wohn en



Slide 16 - Diapositive

Regelmatige werkwoorden: met stam op -s/-ß/-z
werkwoord: heißen, stam:heiß

ich               heiß e
du                heiß t      (bij du geen st)
er/sie es    heiß t
wir               heiß en
ihr                heiß t
sie/ Sie      heiß en



Slide 17 - Diapositive

Regelmatige werkwoorden: met stam op -t/-d
Neem deze dia over in je aant. schrift
werkwoord: arbeiten, stam:arbeit        finden, stam: find

ich                 arbeit e                                     ich                   find e
du                  arbeit est     (extra e)           du                   find est
er/sie es      arbeit et       (extra e)           er/sie/ es     find et
wir                 arbeit en                                   wir                  find en
ihr                  arbeit et        (extra e)           ihr                  find et
sie/ Sie        arbeit en                                   sie/Sie          find en



Slide 18 - Diapositive

de volgende ww krijgen ook een extra e
öffnen = openen
zeichnen = tekenen
rechnen = rekenen
regnen = regenen
atmen = ademen

Slide 19 - Diapositive

Kies de juiste werkwoordsvorm:
schreiben Ich …………………… einen Brief.
A
schreiben
B
schreibt
C
schreibst
D
schreibe

Slide 20 - Quiz

heiβen Wie …………………… du?
A
heiße
B
heißt
C
heißst
D
heißen

Slide 21 - Quiz

Vul de juiste vorm van het werkwoord in:
finden Wie …………………… du deine Schule?

Slide 22 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van het werkwoord in:
wohnen Ich …………………… in einem Dorf.

Slide 23 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van het werkwoord in:
warten Peter …………………… auf den Bus.

Slide 24 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van het werkwoord in:
antworten Jürgen und Hans, was …………………… ihr?


Slide 25 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van het werkwoord in:

kosten Die CD …………………… € 15,-.

Slide 26 - Question ouverte

Ging het goed? 
Hoe zat het ook alweer met de volgende ww?
öffnen = openen
zeichnen = tekenen
rechnen = rekenen
regnen = regenen
atmen = ademen
Als je de vorige vragen goed had, maak je de volgende vragen.

Slide 27 - Diapositive

kosten Die Fotos .............. 1,- Euro.

Slide 28 - Question ouverte

atmen Ich ........... schwer beim Laufen.

Slide 29 - Question ouverte

regnen Es ............. den ganzen Tag.

Slide 30 - Question ouverte

zeichnen Du ............. eine schöne Blume!

Slide 31 - Question ouverte

Bezittelijke vnw 
Er volgt een sleepvraag
zoek de juiste vertaling bij elkaar.

Slide 32 - Diapositive

mijn
jouw
zijn
haar
ons/onze
hun
uw
jullie
mein (e)
dein (e)
sein (e)
ihr (e)
ihr (e)
unser (e)
Ihr (e)
euer
eure

Slide 33 - Question de remorquage

Had je de sleepvraag goed?
A
ja!
B
nee :(

Slide 34 - Quiz

Was je antwoord ja?
Topper!
Je mag gelijk kijken of je de bezittelijke vnw ook goed kan toepassen. Je mag de volgende 2 slides overslaan. 
Was je antwoord nee, ga naar de volgende dia

Slide 35 - Diapositive

Was je antwoord nee?
Kan gebeuren!
Leer de bezittelijke vnw nog eens goed. 
Probeer dan de sleepvraag (in de volgende dia) nog een keer.
Daarna ga je ook oefenen met het toepassen van de bezittelijke vnw.

Slide 36 - Diapositive

mijn
jouw
zijn
haar
ons/onze
hun
uw
jullie
mein (e)
dein (e)
sein (e)
ihr (e)
ihr (e)
unser (e)
Ihr (e)
euer
eure

Slide 37 - Question de remorquage

Hoe zat het ook al weer met de kloktijden?

Slide 38 - Diapositive

Hoe zeg je in het Duits:

Het is kwart over twaalf
A
Es ist zwölf Uhr
B
Es ist halb zwölf
C
Es ist Viertel nach zwölf
D
Es ist Viertel vor zwölf

Slide 39 - Quiz

Hoe zeg je in het Duits:

Het is half zes?
A
Es ist Viertel vor sechs
B
Es ist Viertel nach sechs
C
Es ist halb fünf
D
Es ist halb sechs

Slide 40 - Quiz

Hoe zeg je in het Duits:

Het is kwart voor drie
A
Es ist Viertel vor drei
B
Es ist drei Uhr
C
Es ist vierzehn nach drei
D
Es ist viertel vor drei

Slide 41 - Quiz

Hoe zeg je in het Duits:

Het is twee uur?
A
Es ist zwei Stunden
B
Es ist zwei Uhr
C
Es ist halb zwei
D
Es ist viertel nach zwei

Slide 42 - Quiz

Hoe zeg je in het Duits:

Het is één uur?
A
Es ist eine Stunde
B
Es ist eins Uhr
C
Es ist ein Uhr
D
Es ist viertel nach eins

Slide 43 - Quiz

Nog niet alles goed? 

Kijk dan in je boek nog eens op blz. 94
Kijk vooral wat je zelf moest opschrijven over: 
Het is 1 uur.

Slide 44 - Diapositive

Check: Weet je nu: 
* Hoe het ook al weer zat met de bezittelijke voornaamwoorden en de kloktijden? 
* Kun je de basisregel van de ww + de uitzonderingen toepassen?
* Weet je waar je bij het ww möchten op moet letten? 
Beantwoord de vragen in de volgende slides.
 Als je geen vragen hebt, vul je nee in.


Slide 45 - Diapositive

Heb je nog een vraag over de bezittelijke vnw? Stel die dan hier.

Slide 46 - Question ouverte

Heb je nog een vraag over de kloktijden?

Slide 47 - Question ouverte

heb je nog een vraag over de werkwoorden. Zo ja, welke?

Slide 48 - Question ouverte

Huiswerk:
Je levert na deze LessonUp een foto in van je aantekening over het werkwoord möchten.
Deze LessonUp heb je in dit lesuur (op 20 mei) afgerond en de foto heb je ingeleverd. Dit wordt vandaag in Magister afgevinkt.
Voordat de volgende les begint, heb je opdracht 9 en 10 online bij Na Klar gemaakt en bestudeer je zelf Grammatica E.
Wanneer gebruik je am en wanneer gebruik je im ?

Slide 49 - Diapositive

Dank voor je aandacht en graag tot volgende week!


Blijf de woordjes en zinnen bijhouden met leren. De link van deze les staat in de klas bij LessonUp. Je kunt dit altijd op een ander moment nog eens terugkijken.
Volgende week ga ik kijken hoe goed je het leerwerk hebt bijgehouden!
Heel veel succes met alles en blijf vooral gezond! 
Nog 1 laatste vraag graag beantwoorden:

Slide 50 - Diapositive

Wil je hier noteren hoe laat het nu is?

Slide 51 - Question ouverte