Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
9.4 Ziek
Slide 1 - Diapositive
Je hebt het koud. Wat doet je huid om je weer op te warmen?
Slide 2 - Question ouverte
Welke soorten ziekteverwekkers zijn er?
Slide 3 - Question ouverte
Ziekteverwekkers
Virussen - bijv. verkoudheidsvirussen
Bacteriën - bijv. longontsteking
Schimmels - bijv. kalknagel
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Genezen
Besmetting
Symptomen
Incubatie
Prognose
Diagnose
Slide 6 - Question de remorquage
Hoe genees je?
Vreetcellen
Antistofcellen
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
je bent besmet geweest met een virus. Het virus muteert waardoor de antigenen veranderen. Leg uit waarom je lichaam het virus niet gelijk kan bestrijden.
Slide 9 - Question ouverte
koorts
afweer tegen ziekteverwekkers
je lichaam verhoogt de norm
daardoor heb je het koud en ga je rillen
Slide 10 - Diapositive
orgaantransplantatie
DNA moet veel op jou DNA lijken.
Anders gaat je lichaam antistoffen maken tegen het orgaan.
Slide 11 - Diapositive
soms gaat het mis
Slide 12 - Diapositive
Immuniteit
Bij een tweede (of volgende) infectie met dezelfde ziekteverwekker komt de specifieke afweer zo snel op gang dat je minder/ niet ziek wordt = immuniteit
Slide 13 - Diapositive
Wat gebeurt er als je ingeënt wordt?
Je hebt 4 soorten immuniteit:
Door besmetting met ziekteverwekker (actief)
Door vaccinatie met antigenen
Door injectie met antistoffen (passief)
Door borstvoeding
Slide 14 - Diapositive
Wat gebeurt er als je ingeënt wordt?
Slide 15 - Diapositive
Waarom kun je beter een orgaandonor hebben van je eigen familie, dan van buitenaf. Gebruik de woorden antigenen en antistoffen in je antwoord.
Slide 16 - Question ouverte
Hoe komt het dat je koudheidverschijnselen vertoont als je koorts hebt?