Hoofdstuk 4 Monniken en Ridders herhalen

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Monniken en ridders

- Herhalen hoofdstuk 4.

- 4 Delen

- Karel de grote en Feodalisme

- Hofstelsel

- Monniken en missionarissen.

- De islam

4.1 en 4.5 Karel de grote

- Karel de Grote

- Feodalisme

- Bestuurlijke indeling van de samenleving

Wie versloeg een moslimleger in 732 bij de slag om Poitiers?

1. Pepijn de korte
2. Karel de Grote
3. Karel Martel
4. Lodewijk de vrome

Wie is Karel martel?

1. De opa van Pepijn de korte
2. de vader van Karel de Grote
3. De Grootvader van Karel de Grote
4. De zoon van Karel de Grote

Voor de Karolingen koningen waren was een andere familie koning van de Franken, Welke familie?

1. De Merovingen
2. De Capets
3. De Robertians
4. De Anjous

De Karolingen zijn de hofmeiers van de Merovingen, wat houd dat in?

1. Zij vechten de oorlogen voor hen
2. De wapen makers van de merovingen.
3. Zij zorgden voor muziek en sfeer op het kasteel
4. Zij beheren de bezittingen van de koning

Met welk systeem bestuurd Karel de grote zijn rijk?

1. Feodalisme
2. Leenstelsel
3. hofstelsel
4. Drieslagstelsel

Leenstelsel

Beantwoord de volgende 3 vragen:

- Welke persoon zit in vakje A

- Welke personen on vakje B

- Welke personen in vakje C

Beantwoord de vragen van de vorige dia.

Heb je nog vragen over 4.1 en 4.5

4.2 Hofstelsel

- Domein.

- Economische indeling samenleving.

De baas van een domein is een?

1. hofmeier
2. Leenheer
3. Koning
4. Landheer

Boeren die werken op het domein worden ook wel ... genoemd

1. vazallen
2. Slaven
3. Soldaten
4. Horigen

Waarom gingen boeren wonen op het land van de leenheer

1. Het was niet meer veilig
2. De opbrengst van de oogst werd groter
3. Het land was goedkoper
4. voor bescherming

Het domein was Autarkisch, wat betekent dat?

beantwoord de vragen van de vorige dia. 1=, 2= etc.

Heb je nog vragen over 4.2

Monniken en missionarissen

- Christendom

- Verspreiding van het geloof.

Welk volk leefde in de middeleeuwen in Nederland

1. Friezen
2. Franken
3. Saksen
4. Hunnen

Waar geloofde dit volk in?

1. christendom
2. islam
3. natuurgodsienst
4. ze hadden geen geloof

Welk volk geloofde wel in het christendom. Hun koningen waren gedoopt

1. Friezen
2. Franken
3. Saksen
4. Hunnen

Wie is de hoofd van een klooster

1. Abt
2. Paus
3. dominee
4. Kardinaal

De Friezen werden bekeerd door deze personen

1. Missionarissen
2. Monniken
3. Paus
4. Franken

Het bekeren van volken tot het christendom heet

1. hedsrja
2. Kerstening
3. Hemelvaart
4. Paasviering

De mensen in de middeleeuwen leefden in standen. vul in A= B= en C= voor welke groep het gaat

Heb je nog vragen over 4.3

4.4 de islam

- Nieuw geloof

- 

Welke profeet is het belangrijkste in de islam?

1. Mozes
2. Jezus
3. Mohammed
4. Abraham

Waar is de islam ontstaan?

1. Afrika
2. Het Midden-Oosten
3. Arabisch schiereiland
4. Europa

Wanneer is het geloof ontstaan?

1. 630
2. 622
3. 632
4. 590

hoe heet de vlucht van Mohammed van Mekka naar Medina?

1. kalief
2. Jihad
3. Hedsjra
4. Koran

Hoe kon het geloof na de dood van Mohammed zich snel verspreiden

1. De tegenstanders waren verzwakt door burgeroorlogen.
2. De Arabieren waren ruiters.
3. Iedereen die vecht voor het geloof komt in het paradijs
4. het geloof werd verspreid met veel boodschappers.

Heb je nog vragen over 4.4

Kennen en kunnen

- Lijst op de mail met kennen en kunnen dit hoofdstuk.

Begrippen spelletjes

Uitleg over 3 begrippen spelletjes:

- #begrippen.

- verbanden vierkant.

- (verboden te zeggen) 30 seconds.

Zelfstandig werken

- Ga begrippenkaartjes knippen en spelletjes spelen in de duo's.

- Of samenvattingen maken over het hoofdstuk.

- Je het hiervoor tot het einde van de les.