13.3 Geluidssterkte

13.3 Geluidssterkte
  • 13.3.1 Je kunt uitleggen wat wordt bedoeld met de amplitude van een (geluids)trilling.
  • 13.3.2 Je kunt een verband leggen tussen de amplitude van een trilling en de geluidssterkte.
  • 13.3.3 Je kunt de amplitude van een elektrisch signaal aflezen op een oscilloscoopscherm.
  • 13.3.4 Je kunt uitleggen hoe je de geluidssterkte kunt meten in de eenheden dB en dB(A).
  • 13.3.5 Je kunt toelichten waarom de dB(A)-schaal wordt gebruikt om geluidshinder te meten.
  • 13.3.6 Je kunt uitleggen wat wordt bedoeld met de gehoordrempel en met de pijngrens.
  • 13.3.7 Je kunt rekenen met het verband tussen het aantal geluidsbronnen en de geluidssterkte.
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

13.3 Geluidssterkte
  • 13.3.1 Je kunt uitleggen wat wordt bedoeld met de amplitude van een (geluids)trilling.
  • 13.3.2 Je kunt een verband leggen tussen de amplitude van een trilling en de geluidssterkte.
  • 13.3.3 Je kunt de amplitude van een elektrisch signaal aflezen op een oscilloscoopscherm.
  • 13.3.4 Je kunt uitleggen hoe je de geluidssterkte kunt meten in de eenheden dB en dB(A).
  • 13.3.5 Je kunt toelichten waarom de dB(A)-schaal wordt gebruikt om geluidshinder te meten.
  • 13.3.6 Je kunt uitleggen wat wordt bedoeld met de gehoordrempel en met de pijngrens.
  • 13.3.7 Je kunt rekenen met het verband tussen het aantal geluidsbronnen en de geluidssterkte.

Slide 1 - Diapositive

Amplitude
De grootte van de amplitude geeft de geluidssterkte aan.

Een grote geluidssterkte heeft een grotere amplitude.

Een kleine geluidssterkte heeft een kleinere amplitude. 

Slide 2 - Diapositive

Amplitude
Hoe harder het geluid --- hoe GROTER de amplitude.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Geluidsterkte (BINAS tabel 28)
Hieronder een overzicht van de verschillen tussen dB en dB(A). 
De lijn die overeenkomt met 0 dB(A) 
noemen we gehoordrempel.
Boven de gehoordrempel hoor je 
geluiden, daar onder niet. 
De lijn die overeenkomt met 140 dB(A) 
heeft pijngrens. 
Geluid boven deze drempel doet pijn.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Rekenen met decibellen
Als het aantal geluidsbronnen 2x zo groot wordt, 
neemt de geluidssterkte met 3 dB toe.

Slide 11 - Diapositive

Rekenen met decibel 
1 persoon die praat is dus 50 dB, hoeveel is dat bij 8 personen?

                                   1 persoon   =   50 dB
                                   2 personen =   53 dB
                                   4 personen =   56 dB
                                   8 personen =   59 dB

Deze berekening is het makkelijkst als je dit zoals hierboven uitschrijft. Dat mag je dus ook doen, geen formules nodig.

Slide 12 - Diapositive

Voorbeeldopdracht 1
Bepaal de amplitude van de 
trilling in afbeelding 2.




  • Uitwerking
  • Tussen de nullijn en de grootste uitwijking tel je 3 hokjes.
  • De gevoeligheid is ingesteld op 5 mV/div, dus 5 mV per hokje.
  • De amplitude is dus: 3 × 5 mV = 15 mV

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo