H4 basis 4

Lesdoel
Lesdoel: 1. Aan het einde van de les kan je uitleggen wat de gevolgen waren van de crisis.
2. Aan het einde van de les weet je wat aandelen zijn.

1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Lesdoel
Lesdoel: 1. Aan het einde van de les kan je uitleggen wat de gevolgen waren van de crisis.
2. Aan het einde van de les weet je wat aandelen zijn.

Slide 1 - Diapositive

Tussen de oorlogen
1918-1939

 Welvaart en crisis in de Verenigde Staten


 Economische wereldcrisis


Slide 2 - Diapositive


Interbellum


Een interbellum (van het Latijn inter, tussen en bellum, oorlog) is een periode tussen twee oorlogen.

Het interbellum is de periode tussen de Eerste en de Tweede Wereldoorlog (1918-1939)

Slide 3 - Diapositive

Roaring Twenties
  • In de VS ging het geweldig in de jaren '20. 

  • Veel mensen kochten spullen met een lening. 
  • Ook aandelen 

Slide 4 - Diapositive

Roaring Twenties: Roerige jaren twintig.
Consumptiemaatschappij:
geld laten rollen om te genieten en plezier maken

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo


Hoe ontstaan? 1

De
lopende band zorgde voor goedkopere producten -> lonen kunnen stijgen -> stijging koopkracht -> meer vraag naar producten.

Slide 7 - Diapositive


Hoe ontstaan? 2 

Kopen op krediet werd mogelijk voor degene die de nieuwe consumptieartikelen niet direct kon betalen.

Slide 8 - Diapositive



Beurskrach, 1929



Ook bekend als 'zwarte donderdag'. De twijfel op de Amerikaanse markt zorgde voor een grote economische crisis.
Hoe is dit plots ontstaan?

Slide 9 - Diapositive

oorzaken economische crisis
  • overproductie in landbouw en industrie
  • dalende koersen aandelen
  • 'live now, pay later' - door een blind vertrouwen in de economie werd er veel geld geleend
  • nauwelijks toezicht op banken


Slide 10 - Diapositive

Banken failliet
  • Banken hadden veel geld uitgeleend aan bedrijven en mensen

  • Door de crisis kregen ze veel van dat geleende geld niet terug

  • Daardoor gingen ook veel banken failliet

  • Mensen met aandelen verloren het vertrouwen en gingen hun aandelen snel verkopen!

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

gevolgen economische crisis
the Great Depression (de grote depressie)
  • hoge werkloosheid
  • grote armoede
  • wereldwijde crisis (alleen in kapitalistische landen!)

Slide 13 - Diapositive



Crisisbestrijding I


President Hoover (1929-1933)  geloofde dat de economie zichzelf zou herstellen (liberalisme).
Dit gebeurde gebeurde niet.

Slide 14 - Diapositive

Resultaat: grote armoede (hoovervilles) 
enorme armoede

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Armoede door crisis
1932:   
  • Het inkomen van de Amerikanen
     50% lager dan in 1929.
  • Waarde aandelen gedaald met
     88%!
  • 15.000.000 Amerikanen werkloos

In Europa: Vooral Engeland en Duitsland getroffen door de crisis.

Slide 18 - Diapositive

Crisis in Nederland
  • Nederland wordt zwaar door de crisis geraakt: de handel met de VS en Duitsland komt vrijwel stil te staan.

  • Bedrijven en fabrieken moeten de deuren sluiten.

  • Tussen 1929 en 1935 stijgt de werkloosheid van 22.000 naar 500.000

Slide 19 - Diapositive

Duitsland na de Eerste Wereldoorlog 
  • Eerste democratie in Duitsland: Republiek van Weimar (1919)

  • De herstelbetalingen zijn niet op te brengen door de regering, en de inflatie is groot.

  • De crisis van 1929 slaat in als een bom...

Slide 20 - Diapositive

6

Slide 21 - Vidéo

01:33
Waar kwamen mensen aan geld om nieuwe spullen te kopen?
A
Ze vonden geld op straat.
B
Ze gingen extra werken.
C
Ze leenden geld bij de bank.
D
Als ze geen geld hadden kochten ze geen spullen.

Slide 22 - Quiz

02:25
Waarom worden er mensen ontslagen of gaan fabrieken failliet?
A
Omdat zij hun werk niet goed deden.
B
Omdat mensen stoppen met het kopen van spullen.
C
Omdat de overheid vond dat het moest.
D
Omdat de vraag naar spullen bleef stijgen.

Slide 23 - Quiz

04:51
Welk Nederlands product werd er door de Amerikanen niet meer gekocht?
A
Bloemen
B
Dropjes
C
Kaas
D
Klompen

Slide 24 - Quiz

06:44
Wat krijgen de mensen van de overheid als hulp?
A
Voedselbonnen
B
Een beetje geld, genaamd steun.
C
Niets
D
Veel geld, genaamd steun.

Slide 25 - Quiz

08:42
Hoe werd het kanaal gegraven?

Slide 26 - Question ouverte

13:30
Waar breken er rellen uit?
A
Amsterdam
B
Rotterdam
C
Utrecht
D
Eindhoven

Slide 27 - Quiz

Hoe noemen we de financiële steun die werklozen kregen?
A
WW
B
Uitkering
C
Steun
D
WA

Slide 28 - Quiz

Noem de 3 oorzaken van de crisis.

Slide 29 - Question ouverte