Synoniemen les 2

Synoniemen les 2
12 november 2024
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsSecundair onderwijs

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Synoniemen les 2
12 november 2024

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
  • Werken met de gevoelswaarde
  • Een thesaurus aanleggen
  • Teksten aantrekkelijker maken

Slide 2 - Diapositive

Wat is een synoniem?

Slide 3 - Question ouverte

Wat is de gevoelswaarde van een woord?

Slide 4 - Question ouverte

Hoe zoek je synoniemen?

Slide 5 - Question ouverte

Oef. 5 p. 132
Positieve emotie
Negatieve emotie
Kregelig
Korzelig
Misnoegd
Ongelukkig
Ontstemd
Onvoldaan
Opgetogen
Opgewekt
Verdrietig
Verheugd
Welgezind
Zalig

Slide 6 - Question de remorquage

Slide 7 - Diapositive

Oefening 6
  • Per twee
  • Een leerling maakt 6a, een maakt 6b
  • Antwoorden uitwisselen
  • Klassikaal verbeterd
  • 5 minuten

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Kies het juiste woord voor oefening 7a op pagina 132
A
grijpt
B
bestudeert
C
werpt
D
trekt

Slide 10 - Quiz

Kies het juiste woord voor oefening 7b op pagina 132
A
verorberen
B
vernietigen
C
drinken
D
verbranden

Slide 11 - Quiz

Kies het juiste woord voor oefening 7c op pagina 132
A
bakken
B
slaan
C
roepen
D
wenen

Slide 12 - Quiz

Kies het juiste woord voor oefening 7d op pagina 132
A
behandelen
B
verzorgen
C
verwennen
D
trainen

Slide 13 - Quiz

Kies het juiste woord voor oefening 7e op pagina 132
A
zwoegen
B
feestvieren
C
ontspannen
D
luisteren

Slide 14 - Quiz

Thesaurus


Slide 15 - Diapositive

Zeggen-lopen-kijken

Slide 16 - Question ouverte

Slide 17 - Diapositive

Leuk-lachen-groot

Slide 18 - Question ouverte

Slide 19 - Diapositive

Goed-verdrietig-mooi

Slide 20 - Question ouverte

Slide 21 - Diapositive

Vonden jullie dit een leuke manier om les te krijgen?
Ja
Nee

Slide 22 - Sondage

Schrijfopdracht
  • Je schrijft een bericht naar je ouders over wat je vandaag al gedaan hebt of nog gaat doen
  • Je gebruikt 4 synoniemen uit de thesaurus
  • Je schrijft 4 zinnen

Slide 23 - Diapositive