9.4 9.5 - Voortplanting planten en Bestuiving

Thema 9 
Planten

VMBO-TL 4
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Thema 9 
Planten

VMBO-TL 4

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

9.4 - Voortplanting

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

LEERDOELEN
  •  Je kunt beschrijven hoe ongeslachtelijke en geslachtelijke voortplanting plaatsvinden en je kunt hiervan voorbeelden bij planten geven.
  •  Je kunt de delen van een bloem noemen met hun kenmerken en functies
 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ongeslachtelijke voortplanting
door mitose = gewone celdeling
  • Stekken
  • Enten
  • Bollen
  • Knollen
  • Wortelstokken
  • Uitlopers

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ongeslachtelijke voortplanting
Stekken - stuk van plant afsnijden en op water -> groeien nieuwe wortels uit
-> wordt nieuwe plant



Enten - stengel van plant op andere stengel plaatsen -> vaatbundels groeien aan elkaar -> plant kan verder leven

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Knollen en bollen
Knol -> verdikte stengel; vb. aardappel
Bol -> wortel met dikke bladeren er omheen; vb. ui

Kunnen uitgroeien tot nieuwe planten

Kopie van 'ouderplant'

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geslachtelijke voortplanting
versmelten stuifmeelkorrel + eicel (ontstaan door meiose)

twee ouderplanten -> nakomeling heeft eigenschappen van beide

Door bestuiving! -> taak van de bloem

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Onderdelen bloem

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Onderdelen
Bloembodem
Kelkbladeren - bescherming tegen kou, uitdroging beschadiging
Nectarkliertjes - kliertjes onderin bloem, maken nectar
Kroonbladeren - lokken insecten
Stamper - Voor voortplanting
Meeldraden - Voor voortplanting

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Meeldraden en stamper
De meeldraden en stamper zijn de voortplantingsorganen van de plant.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stamper
  • Geheel = stamper
  • Eicel = vrouwelijke geslachtscel  

Slide 11 - Diapositive

Het volgende onderdeel van een bloem is de stamper. De stamper bestaat uit drie delen: Stempel, stijl en vruchtbeginsel. In het vruchtbeginsel bevind zich het zaadbeginsel waarin de vrouwelijke geslachtscel van de plant zit: het eicel. 
Meeldraden en de stamper zijn dus nodig om voort te kunnen planten. 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelfstandig aan de slag
  • Lees basisstof 4 goed door en/of kijk het instructiefilmpje
  • Maak opdracht 1 t/m 7 
  • Kijk de opdrachten na met het antwoordboek of digitaal
  • Oefen de Flitskaarten en check de leerdoelen met de Test Jezelf


Klaar? 
  •  Samenhang maken


timer
15:00

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Thema 9 B5 
BESTUIVING, 
BEVRUCHTING & 
VERSPREIDING:

timer
2:00

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Keus
  • Volg de uitleg klassikaal, Lees de tekst en ga aan de slag
of
  • Bekijk de uitlegvideo hier-
naast (alleen met oortjes) en 
ga zelfstandig aan de slag.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kenmerken van insectenbloemen en windbloemen

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

WINDBLOEM

  • kleine onopvallende kroonbladeren
  • Veel lichte stuifmeelkorrels
  • meeldraden hangen buiten de bloem
  • Veervormige stempel

INSECTENBLOEM

grote, fel gekleurde kroonbladeren


Let op vraagstelling!
Zichtbare kenmerken in afb.?
Dan niet als antw.; ...

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

              Ontstaan zaden

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kiemende plantjes (B6)
Voedingsstoffen door navelstreng van moederplant naar zaadje

Bevruchtte eicel -> kiem
Zaadbeginsel -> zaad
Zaadlobben bevatten reservevoedsel

Na ontkieming - zelf voedsel maken (fotosynthese)

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verspreiding van zaden
  • De plant verspreid zelf de zaden
  • De wind verspreid de zaden
  • Dieren verspreiden de zaden
  • Water verspreid de zaden

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

zaadverspreiding
door de plant zelf

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

zaadverspreiding
door dieren

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

zaadverspreiding 
door planten

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

zaadverspreiding 
door water

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelfstandig aan de slag
  • Lees basisstof 5 goed door en/of kijk het instructiefilmpje
  • Maak opdracht 1 t/m 7 (+8)
  • Kijk de opdrachten na met het antwoordboek of digitaal
  • Oefen de Flitskaarten en check de leerdoelen met de Test Jezelf


Klaar? 
  •  Samenhang maken


timer
15:00

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een aardappel kan uitgroeien tot een plant
A
Waar
B
Niet waar

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een aardappel die uitgroeit tot een plant is een voorbeeld van geslachtelijke voortplanting
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk deel van de plant is bedoeld om insecten te lokken?
A
Kelkbladeren
B
Kroonbladeren
C
Bloembodem
D
Stamper

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk deel van de plant is bedoeld om stuifmeelkorrels te verspreiden?
A
Kelkbladeren
B
Stamper
C
Nectarkliertjes
D
Meeldraden

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk soort planten heeft fel gekleurde kroonbladeren?
A
Windbloemen
B
Insectenbloemen
C
Beide
D
Geen van beide

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is bevruchting bij planten?
A
als een plant een vrucht heeft
B
als de kern van de stuifmeelkorrel samensmelt met de kern van de eicel
C
als een boom appels heeft
D
Als een plant stuifmeelkorrels heeft

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Is onderstaande uitspraak juist of onjuist?
Bevruchting vindt plaats in de stijl van een plant

A
Juist
B
Onjuist

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je ziet een vlinder bij een bloem. Waarom vliegen vlinders van bloem naar bloem?
A
Om de plant te bevruchten
B
Om nectar te drinken
C
Om zaden te verspreiden

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions