1.5

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Welkom

Welkom! 

Ga zitten volgens de plattegrond en telefoons in de telefoontas!

Pak alvast je spullen op tafel (boek, rekenmachine, pen)

Wat gaan we doen deze les?

• Verwachtingen
• Herhalingsquiz
• Uitleg 1.5
• Maken deel opdrachten
• Uitleg rekenen met rente
• Maken opdrachten 1.5

Wat verwacht ik van jullie?

• Stil zijn tijdens de uitleg
• Steek je vinger op als je antwoord wilt geven / vraag hebt.
• Snap je de uitleg niet, roep niet door de klas.
• Samenwerken met alleen degene naast je. Niet achter of voor je.
• Samenwerken op zacht geluidsniveau
• Houden aan de regels

Week

Jaar

Maand

...

...

...

...

   : 52

  x 52

  : 12

    x 12

Werkgever of werknemer?

Lynn is de baas van een supermarkt

1. Werknemer
2. Werkgever

Melissa werkt als docent op een school, is Melissa een werknemer of een werkgever?

1. Werknemer
2. Werkgever

Waarom werken we?

1. Voor sociale contacten
2. Voor geld
3. Voor ervaring
4. Alle bovenstaande

Het minimumjeugdloon geldt tot 18 jaar

1. Waar
2. Niet waar

• Sparen voor een grote uitgaven
  
  
• Sparen voor een onverwachte 
    uitgaven (buffer)
  
  
• Sparen voor de rente

Waarom sparen mensen?

De hoogte van de beloning van het sparen (rente) is afhankelijk van:

• het rentepercentage.

• de hoogte van het spaarbedrag.

• hoelang je al geld hebt staan op je spaarrekening.
  

Wat levert sparen op?

OPDRACHT

• Maak de introductievragen (opdracht 1 t/m 5) van paragraaf 1.5
  
• 5 minuten in stilte. Daarna 10 minuten in tweetallen op zacht geluidsniveau!
• Na 15 minuten gaan we verder met het rekenen met rente
  
  
  

• Klaar? Dan kun je alvast beginnen met de overige opdrachten van paragraaf 1.5. Dan hoef je straks minder te doen!
  

ANTWOORD INTRODUCTIEVRAAG 3

3.      A. 1% rente = € 2.100,- / 100 = € 21,-.
               3% rente = € 21,- x 3 = € 63,- rente.
               Jamilla krijgt na een jaar € 63,- aan rente.
          B. 1% rente = € 5.600,- / 100 = € 56,-.
               4% rente = € 56,- x 4 = € 224,- rente.
               Jamilla krijgt na een jaar € 244,- aan rente.
          C. € 244,- / 12 maanden = € 18,67 per maand

   

rente

Je hebt € 1.000,- op je spaarrekening staan. Je krijgt 4% rente van de bank. Hoeveel euro rente krijg je aan het eind van jaar 1? 

• Stap 1: Reken 1% uit!
  Spaarbedrag : 100 =  Uitkomst (1%)
  
• Stap 2: Uitkomst stap 1 x rentepercentage =  rentebedrag

• € 1.000 / 100 x 4% = € 40,-
  
• Antwoord:
• 40 euro rente na 1 jaar

VOORBEELD

• Maak vragen 1 t/m 13 van paragraaf 1.5.
• Maak rekentrainer 1.5 (blz. 36 en 37) om te oefenen met het rekenen met rente

Hoe? In tweetallen op zacht geluidsniveau

Tijd: 20 minuten

Klaar? Maak de andere H1 rekentrainer opdrachten op blz. 35 en 36

Aan de slag!