Les 2: §6 'Publiek' en §7 'Standpunt en argumenten'

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Les 2 - §6 Publiek

Lees tekst 1 op pagina 28.

Voor welk publiek is deze tekst bedoeld? Waaraan kun je dat zien?
Kijk naar: onderwerp, bron, taalgebruik en lay-out. 

Klaar? Dan ga je verder met tekst 2 en 3 (blz. 29)

Antwoorden - opdracht 1 - pag. 28

Tekst 1 publiek: 

• Jongeren die overwegen een jaar naar Australië te gaan.
  
  

Waaraan kon ik dat zien?

• De bron: Australianbackpackers.nl
• Het onderwerp
• Taalgebruik: jij, een tijdje knallen (woordkeus). 'Misschien breid jij je reis wel uit naar Nieuw Zeeland of Thailand!' (toon).

Antwoorden - opdracht 1 - pag. 28

Tekst 2 publiek: 

• (Hoogopgeleide) volwassenen die van klassieke muziek houden.
  
  

Waaraan kon ik dat zien?

• De bron: NRC Handelsblad
• Het onderwerp
• Taalgebruik: zinnen zijn wel achttien woorden lang (zinslengte). 'Alsof de diepere transcendente lagen van diens symfonieën zich pas echt laten doorvorsen na een paar maanden van tussentijdse reflectie.' (woordkeus). 

Antwoorden - opdracht 1 - pag. 28

Tekst 3 publiek: 

• Ouders die met jonge kinderen op reis willen.
  
  

Waaraan kon ik dat zien?

• De bron: verrereizenmetkinderen.nl
• Het onderwerp
• Taalgebruik: reuzeleuk, vriendjes maken (woordkeus). 'Je kunt veel reprimandes voorkomen als je even kamer, huis of camping, zwembad en restaurant doorloopt met de kinderen en duidelijk maakt wat wel en niet mag.' (Toon).

Opdracht 1.3 - pagina 32
c) Wat is het standpunt?

1. Ik kan je nog niet vertellen wat ik van het nieuwe boek van Peter Buwalda vind.
2. Ik heb alleen nog maar een recensie ervan gelezen.

Welk signaal geeft aan dat het argument na het standpunt komt?

c) Het standpunt is

1. positief
2. negatief
3. van twijfel

Het argument is:

• ik heb alleen nog maar een recensie ervan gelezen. 

• (Ik kan je het nog niet vertellen, WANT ik heb alleen ... De dubbele punt laat zich gemakkelijk vervangen door 'want'.)

Maak opdr. 1 (blz. 32-33) 

a t/m d

1) Onderstreep het standpunt en noteer erbij of het positief, negatief is of twijfel uitspreekt.

2) Zet een stippellijn onder argument(en).

Klaar? Maak dan de overige vragen (e t/m j)

a) Wat is het standpunt?

1. Tijdens marathons krijgen sommige deelnemers hartklachten.
2. Hardlopen is dus helemaal niet zo gezond als iedereen denkt.

a) Welk signaal geeft het standpunt aan? [één woord]

a) Het standpunt is

1. positief
2. negatief
3. van twijfel

Het argument is:

• Tijdens marathons krijgen sommige deelnemers hartklachten.

• (Dit is een argument om het standpunt mee te onderbouwen.)

b) Wat is het standpunt?

1. Het is begrijpelijk dat de meeste Russen achter Poetin staan
2. De levensstandaard in Rusland is onder zijn bewind flink gestegen.

Door het signaalwoord 'omdat' herken je

1. het standpunt
2. het argument

b) Het standpunt is

1. positief
2. negatief
3. van twijfel

Het argument is:

• de levensstandaard in Rusland is onder zijn bewind flink gestegen. 

• (Het signaalwoord 'omdat' wijst je de weg naar het argument.)

c) Wat is het standpunt?

1. Ik kan je nog niet vertellen wat ik van het nieuwe boek van Peter Buwalda vind
2. Ik heb alleen nog maar een recensie ervan gelezen

c) Het standpunt is

1. positief
2. negatief
3. van twijfel

Het argument is:

• ik heb alleen nog maar een recensie ervan gelezen. 

d) Wat is het standpunt?

1. Vrouwen zijn bijna net zo snel en handig aan de bal als mannen
2. Vrouwenvoetbal is als kijksport dan ook net zo aantrekkelijk als mannenvoetbal

d) Staat er een signaal in deze argumentatie?

1. Ja
2. Nee

d) Het standpunt is

1. positief
2. negatief
3. van twijfel

Het argument is:

• Vrouwen zijn bijna net zo snel en handig aan de bal als mannen

Maak opdr. 2 (blz. 33)

Tekst 1

De opmars van e-sports

[1] Het stereotype van de gamer als bleke puber op een zolderkamer klopt allang niet meer. De doelgroep is volwassen, en overal. Super Data Research becijferde dat consumenten vorig jaar 91 miljard dollar uitgaven aan interactief entertainment, vooral aan spelletjes op de smartphone, pc en consoles. Online nemen spelers van over de hele wereld het tegen elkaar op.

[2] In Azië is de populariteit als vanouds het hoogst. Vanaf 2022 worden e-sports als medaillesport toegevoegd aan de Asian Games, een variant op de Olympische Spelen. In Noord-Amerika (52,9 miljoen kijkers) en West-Europa (47,8 miljoen kijkers) groeit de sector sterk, mede door investeringen van grote merken als Intel, Gilette en VISA.

Naar: Max Veerbeek, de Volkskrant, 21 juni 2017

Standpunt

[1] Het stereotype van de gamer als bleke puber op een zolderkamer klopt allang niet meer. De doelgroep is volwassen, en overal. Super Data Research becijferde dat consumenten vorig jaar 91 miljard dollar uitgaven aan interactief entertainment, vooral aan spelletjes op de smartphone, pc en consoles. Online nemen spelers van over de hele wereld het tegen elkaar op.

[2] In Azië is de populariteit als vanouds het hoogst. Vanaf 2022 worden e-sports als medaillesport toegevoegd aan de Asian Games, een variant op de Olympische Spelen. In Noord-Amerika (52,9 miljoen kijkers) en West-Europa (47,8 miljoen kijkers) groeit de sector sterk, mede door investeringen van grote merken als Intel, Gilette en VISA.

Naar: Max Veerbeek, de Volkskrant, 21 juni 2017

Argument

[1] Het stereotype van de gamer als bleke puber op een zolderkamer klopt allang niet meer. De doelgroep is volwassen, en overal. Super Data Research becijferde dat consumenten vorig jaar 91 miljard dollar uitgaven aan interactief entertainment, vooral aan spelletjes op de smartphone, pc en consoles. Online nemen spelers van over de hele wereld het tegen elkaar op.

[2] In Azië is de populariteit als vanouds het hoogst. Vanaf 2022 worden e-sports als medaillesport toegevoegd aan de Asian Games, een variant op de Olympische Spelen. In Noord-Amerika (52,9 miljoen kijkers) en West-Europa (47,8 miljoen kijkers) groeit de sector sterk, mede door investeringen van grote merken als Intel, Gilette en VISA.

Naar: Max Veerbeek, de Volkskrant, 21 juni 2017

Aan de slag!

Rond nu zelfstandig af:

• Opdracht 2 (blz. 14-15) tekst 2, 3 en 4
• Opdracht 1 (blz. 24-25) tekst 2, 3 en 4
• Opdr. 2 (blz. 27)
• Opdr. 1 (blz. 28-29)
• Opdr. 2 (blz. 32-33)

Succes!

A.s. vrijdag: meivakantiequiz

Tekst 1 - pagina 33

De opmars van e-sports

[1] Het stereotype van de gamer als bleke puber op een zolderkamer klopt allang niet meer. De doelgroep is volwassen, en overal. Super Data Research becijferde dat consumenten vorig jaar 91 miljard dollar uitgaven aan interactief entertainment, vooral aan spelletjes op de smartphone, pc en consoles. Online nemen spelers van over de hele wereld het tegen elkaar op.

[2] In Azië is de populariteit als vanouds het hoogst. Vanaf 2022 worden e-sports als medaillesport toegevoegd aan de Asian Games, een variant op de Olympische Spelen. In Noord-Amerika (52,9 miljoen kijkers) en West-Europa (47,8 miljoen kijkers) groeit de sector sterk, mede door investeringen van grote merken als Intel, Gilette en VISA.

Naar: Max Veerbeek, de Volkskrant, 21 juni 2017

Tekst 2 - pagina 33

Je ziekte is zeldzaam en je medicijn te duur

[1] Slechts zeventien Nederlanders lijden aan het Morquio-A-syndroom, een zeldzame stofwisselingsziekte. Maar de afwijzing van hun geneesmiddel Vimizim kan uiteindelijk vele Nederlanders raken.

[2] Het recente advies van het Zorginstituut Nederland (ZIN) om dit medicijn niet te laten vergoeden door zorgverzekeraars, fileert namelijk ook het hele systeem waardoor medicijnen in het basisverzekeringspakket van Nederlanders belanden. Het advies spreekt van een ‘systeemfalen’ en legt zoveel zwakten bloot dat radicale aanpassingen onvermijdelijk lijken.

[3] Deze harde bewoordingen zullen donderdag ongetwijfeld ook worden aangehaald in de Tweede Kamer. Dan overlegt de minister met de vaste Kamercommissie Volksgezondheid over dure medicijnen – voor de zoveelste keer.

Naar: Karel Berkhout, NRC Handelsblad, 20 juni 2017

Tekst 2 - pagina 33

Je ziekte is zeldzaam en je medicijn te duur

[1] Slechts zeventien Nederlanders lijden aan het Morquio-A-syndroom, een zeldzame stofwisselingsziekte. Maar de afwijzing van hun geneesmiddel Vimizim kan uiteindelijk vele Nederlanders raken.

[2] Het recente advies van het Zorginstituut Nederland (ZIN) om dit medicijn niet te laten vergoeden door zorgverzekeraars, fileert namelijk ook het hele systeem waardoor medicijnen in het basisverzekeringspakket van Nederlanders belanden. Het advies spreekt van een ‘systeemfalen’ en legt zoveel zwakten bloot dat radicale aanpassingen onvermijdelijk lijken.

[3] Deze harde bewoordingen zullen donderdag ongetwijfeld ook worden aangehaald in de Tweede Kamer. Dan overlegt de minister met de vaste Kamercommissie Volksgezondheid over dure medicijnen – voor de zoveelste keer.

Naar: Karel Berkhout, NRC Handelsblad, 20 juni 2017

Tekst 3 - pagina 34

Nederland oorlogsgebied

[1] Oudejaarsdag 2016 loop ik nabij het Scheepvaartmuseum. Uitgelaten sfeer. Tussen omstanders midden op straat en ook tussen kleinere groepjes op de stoep worden om 23.00 uur wellustig vuurpijlen en knalvuurwerk afgestoken. Met grote alertheid zie ik toeristen en Nederlanders om zich heen kijken en elkaar waarschuwen. 'Kijk uit', hoor ik, gevolgd door een oorverdovende knal bij mij in de buurt. Iedereen grijpt naar zijn oren. Waakzaam lopen we verder, weg van de zich ontladende jeugd, veelal mannen.

[2] Een ijselijke schreeuw voorspelt niet veel goeds. Even later een ambulance. Een oorlogsslachtoffer met een uiteengereten hand wordt op een brancard gelegd.

[3] In 2007 volgde ik mijn huisartsenopleiding in Londen. Om 24.00 uur op 31 december dat jaar heb ik vanaf de Big Ben een overweldigend vuurwerk boven de Theems gezien. En vooral leuk was de relaxte sfeer op straat. Blije, onbezorgde gezichten, aandacht voor het spektakel, elkaar, de kinderen. Soms zoekend naar bekenden, maar niet naar de tekenen van naderend onheil.

Tekst 3 - pagina 34

[4] In de psychiatrie kennen dokters een gevaarscriterium: een patiënt mag worden opgenomen als hij een gevaar voor zichzelf of een ander is. Of de vuurwerkaanstekers hieronder zouden moeten vallen, is de vraag. Wel is het zo dat de overheid een gevaar is voor zichzelf of de ander. Immers, door vele honderden forse verwondingen bij burgers toe te staan, maakt ze Nederland tot oorlogsgebied. Een eendaagse oorlog, naast haar oorlog tegen IS. De overheid staat het gevaar voor anderen toe, in plaats van haar burgers in bescherming te nemen.

Naar: Raoul Hamers, de Volkskrant, 30 december 2017

e) Wat is het standpunt?

1. Ik twijfel erg over welke vervolgstudie ik wil gaan doen.
2. Misschien dat ik wel een tussenjaar neem.

e) Het standpunt is

1. positief
2. negatief
3. van twijfel

Het argument is:

• Ik twijfel erg over welke vervolgstudie ik wil gaan doen.

• (WANT ik twijfel erg over mijn studiekeuze ... )

f) Wat is het standpunt?

1. Heb jij gezien hoe slecht die varkens behandeld worden!
2. Ik eet vanaf nu geen varkensvlees meer!

f) Het standpunt is

1. positief
2. negatief
3. van twijfel

Het argument is:

• Heb jij gezien hoe slecht die varkens behandeld worden!

g) Wat is het standpunt?

1. Netflix is fantastisch!
2. Je kunt bijna voor niets heel veel films en series in HD-kwaliteit bekijken.

g) Het standpunt is

1. positief
2. negatief
3. van twijfel

Het argument is:

• Je kunt bijna voor niets heel veel films en series in HD-kwaliteit bekijken.

g) Door welk signaalwoord herken je het argument?

h + i + j mondeling nakijken

Opdracht 1 - pag. 29

Doe nu hetzelfde voor tekst 2 en 3 op pagina 29.

Tekst 2 publiek: 

Waaraan kon ik dat zien?

Tekst 3 publiek:

Waaraan kon ik dat zien?