Les 1 Communicatie

Sova
Periode 2 week 2
Hoofdstuk 14
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
CommunicatieMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Sova
Periode 2 week 2
Hoofdstuk 14

Slide 1 - Diapositive

Waar denk jij aan bij
communicatie?

Slide 2 - Carte mentale

Soorten communicatie
  1. Eenzijdige communicatie
  2. Tweezijdige communicatie
  3. Verbale communicatie
  4. Non-verbale communicatie

Slide 3 - Diapositive

Eenzijdige communicatie

  • Eenrichtingsverkeer
  • De zender is nooit tegelijk de ontvanger
  • Vaak via een tussenweg en niet rechtstreeks
Tweezijdige communicatie

  • De ontvanger heeft de mogelijkheid om te reageren op wat de ander zegt
  • Er is sprake van interactie

Slide 4 - Diapositive

Een boek lezen is..
A
Eenzijdige communicatie
B
Tweezijdige communicatie

Slide 5 - Quiz


A
Eenzijdige communicatie
B
Tweezijdige communicatie

Slide 6 - Quiz

Het lezen van een informatiebrochure
Intakegesprek met een patient 
Chat in een groepsapp
Eenzijdige communicatie 
Tweezijdige communicatie 
Meerzijdige communicatie 

Slide 7 - Question de remorquage

Verbale communicatie

Verbale communicatie is de communicatie waarbij iemand met woorden (gesproken of geschreven) informatie overbrengt.
Non-verbale communicatie

Alle communicatie die niet via woorden verloopt, valt onder non-verbale communicatie.

  • Bewust: Bijv.: zwaaien
  • Onbewust: Bijv.: Zweten, blozen

Slide 8 - Diapositive


A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie

Slide 9 - Quiz


A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie

Slide 10 - Quiz

Interactie
Is een ander woord voor wisselwerking, wederzijdse beïnvloeding.

Bij interactie reageert de een op de ander en gaan boodschappen heen en weer.

Slide 11 - Diapositive

Medium
Communicatie kan direct plaatsvinden tussen twee mensen, maar communicatie kan ook indirect plaatsvinden. Er is dan sprake van een medium.

Een medium is een informatiedrager die zorgt voor de overdracht van de boodschap.

Wat zijn voordelen? Wat zijn nadelen?

Slide 12 - Diapositive

Welk misverstand is er hier?

Slide 13 - Diapositive

Je zit achter de balie. Je krijgt een telefoontje van een bezoeker en hij vraagt of er een parkeergelegenheid is.
Is hier sprake van communicatie?
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quiz

De stagebegeleider geeft feedback aan de stagiaire die onderuitgezakt zit en boos kijkt.

Is hier sprake van communicatie?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quiz

De stagebegeleider maakt middels een gebaar duidelijk dat de student nog even moet wachten op de gang.
Is hier sprake van communicatie?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quiz

De docent mailt een student dat zij een onvoldoende heeft voor haar opdracht.

Is hier sprake van communicatie?
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quiz

"Je kunt niet niet communiceren"

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Dirk zegt tegen collega Jamila: 'Ik ga zo meneer Driesen helpen. Help jij mevr. Reus?'



Wie is de zender? Wie is de ontvanger? Wat is de boodschap?

Slide 20 - Diapositive

Feedback
Feedback is het terugkoppelen van informatie van de ene persoon naar de andere, waarbij duidelijk gemaakt wordt hoe de boodschap (of het gedrag) van de een op de ander overkomt. 

Mondelinge communicatie zonder feedback stopt vrijwel meteen. Als zender heb je namelijk behoefte aan feedback, al zijn het maar kleine geluidjes zoals 'hmm' of knikjes van het hoofd.

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

In de communicatie heb je in de basis 3 kernbegrippen: zender - boodschap - ontvanger.
Jeroen legt aan Marloes de nieuwe protocollen uit.
Wie/wat is hier de zender, ontvanger, boodschap?

Slide 24 - Question ouverte

Slide 25 - Diapositive

Woorden
Wat wordt er letterlijk gezegd.
Intonatie
Hoe wordt iets gezegd (stemgebruik).

Lichaamstaal
Welke houding, gezichtsuitdrukking en gebaren heeft iemand.

Slide 26 - Diapositive

Problemen door ruis
Ruis omvat alle factoren in zender, ontvanger en omgeving die de communicatie bemoeilijken of verstoren. 

  • Interne ruis
  • Externe ruis

Slide 27 - Diapositive

De koning van de non-verbale communicatie

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Vidéo

Opdracht
"Zeg het zonder woorden!"

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive