bij TC A1 8.7 een, de (A-Zin 2.2+2.3)

een - de / het
bij TaalCompleet A1 8.7
oefeningen uit A-zin 2.2 en 2.3
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2MBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

een - de / het
bij TaalCompleet A1 8.7
oefeningen uit A-zin 2.2 en 2.3

Slide 1 - Diapositive

een, de, het
oefening 1: wat past in de zin?

Slide 2 - Diapositive

Er zit ..... vogel in de boom.
A
een
B
de
C
het
D
--

Slide 3 - Quiz

.... vogel is bruin met rood.
A
een
B
de
C
het
D
--

Slide 4 - Quiz

Mevrouw, mag ik u .... vraag stellen?
A
een
B
de
C
het
D
--

Slide 5 - Quiz

Emine werkt met .... kinderen
A
een
B
de
C
het
D
--

Slide 6 - Quiz

Zora heeft .... dochter van vijf jaar.
A
een
B
de
C
het
D
--

Slide 7 - Quiz

Volgende week is .... bruiloft van mijn neef.
A
een
B
de
C
het
D
--

Slide 8 - Quiz

Wij hebben .... problemen met onze auto.
A
een
B
de
C
het
D
---

Slide 9 - Quiz

Als ik vrij ben, lees ik graag .... boek.
A
een
B
de
C
het
D
--

Slide 10 - Quiz

Ik geef ... feest.
A
een
B
de
C
het
D
--

Slide 11 - Quiz

.... feest is voor mijn verjaardag.
A
een
B
de
C
het
D
--

Slide 12 - Quiz

De reis duurt .... uur.
A
een
B
de
C
het
D
--

Slide 13 - Quiz

Mijn ouders gaan .... groot huis kopen.
A
een
B
de
C
het
D
--

Slide 14 - Quiz

.... huis is erg mooi.
A
een
B
de
C
het
D
--

Slide 15 - Quiz

Heb jij .... schilderijen in je huis?
A
een
B
de
C
het
D
---

Slide 16 - Quiz

Julan koopt elke zaterdag .... vlees op de markt.
A
een
B
de
C
het
D
---

Slide 17 - Quiz

Samir gaat naar de supermarkt en koopt .... appel.
A
een
B
de
C
het
D
--

Slide 18 - Quiz

een, de, het
oefening 2; kies het goede woord

Slide 19 - Diapositive

We moeten morgen .... toets maken.
A
een
B
de
C
het
D
----

Slide 20 - Quiz

Waar vertrekt .... trein naar Amersfoort?
A
een
B
de
C
het
D
---

Slide 21 - Quiz

Olga zit in .... klas van Samir
A
een
B
de
C
het
D
---

Slide 22 - Quiz

Marisol heeft .... rode auto.
A
een
B
de
C
het
D
--

Slide 23 - Quiz

Nederland is .... klein land.
A
een
B
de
C
het
D
--

Slide 24 - Quiz

Nina woont in Tilburg, in .... Stationsstraat.
A
een
B
de
C
het
D
---

Slide 25 - Quiz

Ik ga vanavond .... mooie film kijken.
A
een
B
de
C
het
D
---

Slide 26 - Quiz

Emma neemt .... pillen tegen de pijn.
A
een
B
de
C
het
D
---

Slide 27 - Quiz

Olga heeft .... klein hondje.
A
een
B
de
C
het
D
--

Slide 28 - Quiz

Hij eet graag .... chocola.
A
een
B
de
C
het
D
---

Slide 29 - Quiz