Taalcompleet B1 2.3 en 2.4

huisapotheek / verzorging
1 / 20
suivant
Slide 1: Carte mentale
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

huisapotheek / verzorging

Slide 1 - Carte mentale

Als je medicijnen koopt, dan krijg je altijd een papier met informatie over het medicijn. Hoe heet dit?

Slide 2 - Question ouverte

Op medicijnen maar ook op eten en drinken staat op het etiket tot wanneer je het mag gebruiken. Hoe noemen we dat?

Slide 3 - Question ouverte

Ik heb veel hoofdpijn. Dat is helaas een ..... van dit medicijn.

Slide 4 - Question ouverte

Bij .... situaties moet je 112 bellen.

Slide 5 - Question ouverte

Wat is het werkwoord voor als de dokter je iets geeft of een recept geeft? .....schrijven

Slide 6 - Question ouverte

om .... te .... 
1. Waarvoor gebruik je shampoo?
2. Waarvoor gebruik je een pen?
3. Waarvoor gebruik je een bril?
4. Waarvoor gebruik je Google Translate?

Slide 7 - Diapositive

Boek blz 66 en 67
Luisteropdracht
Nieuwe woorden

Slide 8 - Diapositive

Je wacht op het resultaat van je toets.
A
het antwoord
B
de mogelijkheid
C
de uitslag
D
de sfeer

Slide 9 - Quiz

In een fabriek werken is geen ... werk. Je doet altijd hetzelfde.
A
mooi
B
afwisselend
C
mogelijk
D
vertrouwelijk

Slide 10 - Quiz

Wat is jouw ..... om de nieuwe woorden te leren? Hoe ga je dat doen?
A
aanpak
B
mogelijkheid
C
functioneren
D
beperking

Slide 11 - Quiz

Onze ...... is de Nederlandse taal. Vooral de grammatica is erg moeilijk.
A
diagnose
B
mogelijkheid
C
beperking
D
functioneren

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Vidéo

Oefening 68 in het boek:
1. Jij ... naar de bedrijfsarts geweest.
A
hebt
B
bent

Slide 14 - Quiz

2. Sam ... na school naar huis gerend.
A
heeft
B
is

Slide 15 - Quiz

3 Ik ... in de auto van mijn broer gereden.
A
heb
B
ben

Slide 16 - Quiz

4. Nahom .... een afspraak gemaakt.
A
heeft
B
is

Slide 17 - Quiz

Het kopje .... op de grond gevallen.
A
heeft
B
is

Slide 18 - Quiz

6. Julan .... op zijn werk vertrokken.
A
heeft
B
is

Slide 19 - Quiz

Hoe vond je deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Sondage