Een dag

Een dag
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Een dag

Slide 1 - Diapositive

Hoe laat is het?

Hoe laat is het? We zeggen:
8.00 uur - Het is acht uur.
8.05 - Het is vijf over acht.
8.10 - Het is tien over acht.
8.15 - Het is kwart over acht.
8.20 - Het is tien voor half negen.
8.25 - Het is vijf voor half negen.
8.30 - Het is half negen.

Slide 2 - Diapositive

8.35 - Het is vijf over half negen.
8.40 - Het is tien over half negen.
8.45 - Het is kwart voor negen.
8.50 - Het is tien voor negen.
8.55 - Het is vijf voor negen.
9.00 - Het is negen uur.

Slide 3 - Diapositive

Nu jullie ...

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Lien

de ochtend
De ochtend is van zes tot twaalf uur.
Die tijd noemen we de ochtend.
De school. Dit is mijn school.
De les is van 9-12 uur.
's Ochtends: Ik heb 's ochtends les.
De les begint om 9 uur. Om 12 uur is de les afgelopen.
Om 10 uur heb ik pauze. In de pauze drink ik koffie.

Slide 6 - Diapositive

de middag
De middag is van twaalf tot zes uur.
13.00 uur: Ik eet om één uur.
Ik eet 's middags thuis.
14.00 uur: Ik bel een vriendin.
15.00 uur: Ik lees de krant.
16.00 uur: Ik doe boodschappen.
17.00 uur: Ik kijk TV.
18.00 uur: Ik maak het avondeten klaar.

Slide 7 - Diapositive

de avond
De avond is van zes tot twaalf uur.
19.00 uur: Ik eet om zeven uur. Ik eet 's avonds altijd thuis.
20.00 uur: Ik kijk TV. Ik kijk naar het nieuws.
21.00 uur: Ik leer mijn les Nederlands.
22.00 uur: Ik ga naar mijn vriend.
23.00 uur: Ik kom thuis. Ik ben moe. Ik ga naar bed.
23.00 - 7.00 uur: Ik slaap in mijn bed.

Slide 8 - Diapositive

de nacht
De nacht is van twaalf tot zes uur.
23.00 uur: Ik ga naar bed. Ik slaap van 11 tot 7 uur.
22.00 - 6.00 uur: Het is donker.
Het is 's nachts donker. Ik slaap 's nachts.
6.00 uur: Het wordt licht.
7.00 uur: Ik word wakker.
De nacht is afgelopen. De ochtend begint.

Slide 9 - Diapositive

Oefen in tweetallen spreekkaart 11, 12, 13 en 14

Slide 10 - Diapositive