§ 5.4 Geld genoeg?

§ 5.4 geld genoeg?
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

§ 5.4 geld genoeg?

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
In deze les leer je:
  • hoe de overheid de inkomsten en uitgaven onder controle houdt
  • hoe je snel van miljarden naar miljoenen en van miljoenen naar miljarden rekent
  • hoe de rijksoverheid aan inkomsten komt
  • wat voor inkomsten de gemeente heeft


Slide 2 - Diapositive

Uitgaven en inkomsten van de overheid
Rijksbegroting = verwachte uitgaven en inkomsten van de overheid in het komende jaar.

In de miljoenennota worden de gemaakte keuzes uitgelegd. Doordat de overheid leent, is er een staatsschuld.









Doordat de overheid leent, is er een staatsschuld.




Worden er meer inkomsten dan uitgaven verwacht? Dan is er een begrotingsoverschot.
 

Worden er meer uitgaven dan inkomsten verwacht? Dan is er een begrotingstekort.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Lien

Inkomsten van de overheid
De overheid heeft verschillende inkomsten:

Belastingen: leveren de meeste inkomsten op.

Sociale premies: bedoeld voor de uitkeringen van de sociale verzekeringen

Niet-belastingontvangsten: bijvoorbeeld
de winst van overheidsbedrijven boetes
















Slide 5 - Diapositive

Belastingen
Belastingen kun je in twee groepen verdelen:

Directe belastingen
betaal je rechtstreeks aan de Belastingdienst van de overheid.





















Slide 6 - Diapositive

Noem een kenmerk van directe belastingen

Slide 7 - Carte mentale

Belastingen
Belastingen kun je in twee groepen verdelen:

Indirecte belastingen
betaal je met een omweg aan de Belastingdienst van de overheid.



















Slide 8 - Diapositive

Noem een kenmerk van indirecte belastingen

Slide 9 - Carte mentale

Geld voor de gemeente
Inkomsten van de gemeente
Het grootste deel: uit het Gemeentefonds van het rijk.

Burgers en bedrijven betalen gemeentelijke belastingen en heffingen voor. Voorbeelden :
  • onroerendezaakbelasting (ozb)
  • rioolheffing
  • afvalstoffenheffing












Slide 10 - Diapositive

Snel van miljarden naar miljoenen
Als je rekent met de overheidsfinanciën, heb je vaak met miljarden en miljoenen te maken.


Zo reken je snel om van miljarden naar miljoenen:








Slide 11 - Diapositive

Reken snel van miljarden naar miljoenen. € 17,7 miljard = € .. miljoen

Slide 12 - Question ouverte

Snel van miljoenen naar miljarden
Als je rekent met de overheidsfinanciën, heb je vaak met miljarden en miljoenen te maken.

Zo reken je snel om van miljoenen naar miljarden:













Slide 13 - Diapositive

Reken snel van miljoenen naar miljarden € 5.250 miljoen = € .. miljard

Slide 14 - Question ouverte

Afsluiten

Slide 15 - Diapositive

Weet je wat hoe de overheid de inkomsten en uitgaven onder controle houdt


Ja
Nee
Ik moet hier nog op studeren

Slide 16 - Sondage

Weet je hoe je snel van miljarden naar miljoenen en van miljoenen naar miljarden rekent




Ja
Nee
Ik moet hier nog op studeren

Slide 17 - Sondage

Weet je hoe de rijksoverheid aan inkomsten komt



Ja
Nee
Ik moet hier nog op studeren

Slide 18 - Sondage

Weet je wat voor inkomsten de gemeente heeft


Ja
Nee
Ik moet hier nog op studeren

Slide 19 - Sondage

Aan het werk
Maak paragraaf 5.4
4 t/m 8 blz 151 t/m 153

Slide 20 - Diapositive