H 4.1: Waarom werk je?

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 2

Leerdoelen:

1. Je leert wat de arbeidsmotieven zijn. 

2. Je leert wat productiesectoren zijn.

3. Je leert wat  taakverdeling is.

4. Je leert waarom er inkomensverschillen zijn.

5 Je leert wat een organigram is.

Herhalen

Betaald of onbetaald?

Betaalde arbeid:
- Je doet werk en ontvangt daarvoor een inkomen.
- Bijvoorbeeld: In loondienst, een eigen onderneming of een ZZP'er.

 Onbetaalde arbeid:
- Je doet werk en ontvangt daarvoor geen inkomen.
- Bijvoorbeeld: Huishouden, de stoep vegen en vrijwilligerswerk.

Arbeidsmotieven

• = redenen om te werken.
  

Voorbeelden arbeidsmotieven

 - Geld verdienen;

 - Nuttig zijn voor de samenleving; 

- Geeft regelmaat in je leven; 

- Je hebt sociale contacten; 

- Je kunt jezelf ontwikkelen.

Productiesectoren

Agrarische sector

 Industriële sector

Dienstverlenende sector

Dienstverlenende sector

Agrarische sector

Industriële sector

Gezondheidszorg

Onderwijs

Landbouw

Transportbedrijven

Visserij

Lasbedrijf

Auto fabriek

Welke van de drie productiesectoren zie je op de achtergrond?

1. Agrarische bedrijven
2. Industriële bedrijven
3. Dienstverlenende bedrijven

Wat is het verschil tussen uitvoerende- & leidinggevende functie?

organigram

Inkomensverschillen door:

• Leeftijd
• Opleiding
• Ervaring
• Zwaar/licht werk
• Prestaties (bonussen) 
• Vraag en aanbod

Als je bedrijfsleider bent bij een supermarkt dan heb je

1. Uitvoerend werk
2. Leidinggevend werk

Hoe ontstaan inkomensverschillen?

1. Niet iedereen werkt evenveel.
2. Verschil in opleiding

Redenen om te willen werken noem je..

1. Arbeidsredenen
2. Arbeidsoverweging
3. Arbeidsaanleiding
4. Arbeidsmotieven

Bij ongeschoold werk ben je vaker ...

1. leidinggevend
2. uitvoerend

Werken aan paragraaf 4.1

Bladzijde 104 t/m 107 - Vraag 4 t/m 11

Geen telefoons!
Zachtjes overleggen mag!

Noem een aantal arbeidsmotieven.

Waarom kiezen sommige mensen ervoor om ontbetaalde arbeid te verrichten?

Huiswerk

Maak Pincode 4.1 digitaal.