H5 - Geluid

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Hoofdstuk 5

Geluid

Na vandaag kun je

Na vandaag kun je:

- uitleggen wat geluid is

- rekenen met de geluidssnelheid

- het verband uitleggen tussen frequentie, toonhoogte en trillingstijd

- rekenen met de geluideenheid decibel

- maatregelen tegen geluidshinder benoemen

In wat voor een stof verplaatst het geluid zich het snelst?

1. Gas
2. Vloeistof
3. Vaste stof

Geluidssnelheid

Geluid in lucht verplaatst zich met een snelheid van ongeveer 340 m/s.

t = s : v

Janne klapt in haar handen, Frans staat 15 meter verderop.
Bereken hoe lang het geluid onderweg is tussen Janne en Frans.

Gegevens:

Formule:

Invullen:

s = 15 m

v = 340 m/s

t = s : v

t = 15 m : 340 m/s

t = 0,044 s

Echo

Geluid gaat heen en terug...

De diepte van de zee wordt gemeten met een echolood. Tussen het verzenden en weer opvangen van de puls verloopt 0,32 s. Bereken hoe diep de zee is.
(v = 1510 m/s)

zeewater

1. 242 m
2. 483 m
3. 1000 m
4. 2719 m

Gegevens:

Formule:

Invullen:

v = 1510 m/s

t = 0,32 s

s = v x t

s = 1510 m x 0,32 s

s = 483,2 m

MAAR ...  het geluid gaat heen en terug,

                dus de afstand is 483,2 m : 2 = 241,6 m

Trillingstijd:  hoe lang (in seconde) 1 trilling duurt

Frequentie:  hoe vaak iets per seconde trilt.

Amplitude:   geeft aan hoe hard het geluid is

trilling 1

trilling 2

Waarin verschillen de onderstaande tonen?

Waaraan zie je dit?

Bepaal de trillingstijd.
De toongenerator is ingesteld
op 2 ms/div.

De toon uit de vorige vraag had een trillingstijd van 10 ms. Wat is de frequentie van deze toon?

1. 0,1 Hz
2. 10 Hz
3. 100 Hz
4. 1000 Hz

Geluidssterkte

Geluidssterkte

 Als de geluidssterkte verdubbelt, neemt het geluidsniveau toe met 3 dB.

60 dB

63 dB

66 dB

De wekker van Geke heeft een alarm met een geluidssterkte van 80 dB. Geke slaapt er helaas nog steeds doorheen en besluit 8 wekkers op haar nachtkastje te zetten.
Hoeveel decibel geven deze 8 wekkers samen?

1. 80 dB
2. 88 dB
3. 89 dB
4. 640 dB

Geluidshinder

Maatregelen bij:

- de bron

- tussen de bron en ontvanger

- de ontvanger

Jouw docent geeft een hoop geluidsoverlast door zijn uitleg.
Welke maatregelen kun jij nemen tegen deze overlast bij...
a. De bron.
b. Tussen de bron en ontvanger.
c. De ontvanger.