Rekenen 4.5

Welkom bij 

Rekenen
Rekenen

4.5
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij 

Rekenen
Rekenen

4.5

Slide 1 - Diapositive

Hoofdstuk 4 
Meetkundige figuren

4.1 Vlakke figuren
4.2 Lengte en omtrek
4.3 Oppervlakte
4.4 Ruimtelijke figuren
4.5 Inhoud
4.6 Gemengde opdrachten

Slide 2 - Diapositive

lesdoelen h4
- Je leert de inhoud te berekenen
- Je leert rekenen met inhoudsmaten

Slide 3 - Diapositive

Loodrecht en evenwijdig
  • Lijnen die elkaar onder een rechte hoek (90°) snijden noemen we haaks of loodrecht.

  • Lijnen die dezelfde richting hebben en elkaar niet snijden noemen, zijn evenwijdig of parallel.

Slide 4 - Diapositive

Lijnsymmetrie
Een figuur die je kunt dubbelvouwen, zodat de beide helften netjes op elkaar passen, heet spiegelsymmetrisch of lijnsymmetrisch.

Slide 5 - Diapositive

Draaisymmetrie
Een figuur dat na draaien met zichzelf samenvalt, heet draaisymmetrisch.
Let op: een figuur is niet draaisymmetrisch als het pas bij helemaal ronddraaien op zichtzelf terecht komt.

Slide 6 - Diapositive

omtrek = om het figuur heen
omtrek

Slide 7 - Diapositive

Het metriek stelsel - lengte

Slide 8 - Diapositive

Oppervlakte rechthoek/vierkant

Slide 9 - Diapositive

Oppervlakte driehoek


 x breedte x hoogte

x 5 x 5 = 
21
21
12,5cm2

Slide 10 - Diapositive

Cirkel
Oppervlakte cirkel:

straal x straal x 3,14
7 x 7 x 3,14 = 


Omtrek cirkel = 3,14 x diameter
7 dm
153,86cm2

Slide 11 - Diapositive

Eenheden van Oppervlakte
7 cm2 = 700 mm2
350 dam2 = 3,5 hm2
45 m2 = ... dm2
7500 cm2 = ... m2
80 ha = ... dam2

Slide 12 - Diapositive

Vlakke figuren
Ruimtefiguren

Slide 13 - Diapositive

Ruimtefiguren
kubus
balk
prisma
bol
cilinder
kegel
piramide

Slide 14 - Diapositive

Oppervlakte ruimtefiguren
Oppervlakte balk = 
opp. boven en ondervlak: 10 x 2 = 20cm2 x 2
opp. linker- en rechter: 2 x 2 = 4cm2 x 2
opp. voor- en achter: 10 x 2 = 20 cm2 x 2
Totaal: 88 cm2

Reken de oppervlakte van de kubus uit.

Slide 15 - Diapositive

Inhoud

Slide 16 - Diapositive

Liters

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

5 kl = ... dal
5 dm3 = ... cl

Slide 19 - Diapositive

Inhoud in m3

Slide 20 - Diapositive

Inhoud in m3
76 hm3 = ... dam3
5 mm3 = ... cm3

Slide 21 - Diapositive

Inhoud balk/kubus
Lengte x breedte x hoogte

Slide 22 - Diapositive

Inhoud cilinder
Inhoud cilinder = oppervlakte cirkel x hoogte

oppervlakte cirkel = 3,14 x straal x straal

Slide 23 - Diapositive

Inhoud bol
De inhoud van een bol is:
4,2 x straat x straal x straal


Formule wordt gegeven.

diameter = 10 cm
Wat is de inhoud?

Slide 24 - Diapositive

De inhoud van welke fles past precies in de kubieke decimeter?
A
De 0,25 liter fles
B
De 0,5 liter fles
C
De 1,0 liter fles
D
De 1,5 liter fles

Slide 25 - Quiz

De inhoud van een blikje cola zou kunnen zijn...
A
3 liter
B
0,3 liter
C
3 centiliter
D
0,30 centiliter

Slide 26 - Quiz

Wat is de
totale oppervlakte
van deze balk?
A
26 m²
B
32 m²
C
52 m²
D
40 m²

Slide 27 - Quiz

Wat is de
inhoud van deze balk?
A
32 m³
B
24 m³
C
16 m³
D
18 m³

Slide 28 - Quiz

Wat is de inhoud van dit aquarium?
A
80.000 mm³
B
8 liter
C
8.000 cm³
D
80 liter

Slide 29 - Quiz

De inhoud is 6 cm³.

Hoeveel mm³ is dat?


A
60 mm³
B
600 mm³
C
6.000 mm³
D
60.000 mm³

Slide 30 - Quiz

Zelfstandig werken
Wat
Paragraaf 4.5
Hoe
Zelfstandig met rekenmachine
Hulp
Uitleg in boek, zet je microfoon aan en vraag
Tijd
25 min
Klaar?
Paragraaf 4.6
timer
20:00

Slide 31 - Diapositive