Hormoonstelsel en voortplantingsstelsel

Hormoonstelsel & Voortplantingsstelsel
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Hormoonstelsel & Voortplantingsstelsel

Slide 1 - Diapositive

Wat zijn hormonen?
A
Stoffen die de werking van organen regelen
B
Klieren die vloeistoffen uitscheiden
C
Stoffen die je beschermen tegen ziektes

Slide 2 - Quiz

Hormoonstelsel (endocriene stelsel)
Regelen alle processen in ons lichaam: zenwusstelsel en hormoonstelsel

Wordt gevormd door endocrine klieren, deze geven hormonen af. Hormonen beïnvloeden cellen, weefsels en organen die gevoelig zijn voor een bepaald hormoon. 


Slide 3 - Diapositive

Werking
  • Onder invloed van signalen hersenen
  • Hormonen worden meestal gemaakt als ze nodig zijn
  • Hormonen worden altijd vervoerd via het bloed. Hierdoor zijn ze door het hele lichaam actief. 

Afbeelding: organen die hormonen maken. 

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Waar in het voortplantingsstelsel van een jongen worden geslachtshormonen gemaakt?
A
In de prostaat
B
In de teelballen
C
In de zaadblaasjes
D
In de zwellichamen

Slide 6 - Quiz

Welk nummer hoort bij welk onderdeel van het mannelijke geslachtsorgaan?
zaadbal
bijbal
prostaat
zaadblaasje
penis
zaadleider
1
2
3
4
5
6

Slide 7 - Question de remorquage

Welk deel van het mannelijk voortplantingsstelsel vormt zaadcellen?
A
Prostaat
B
Teelballen
C
Bijballen
D
Eikel

Slide 8 - Quiz

Mannelijke geslachtsorganen
Penis
Plasbuis (urethra) of urinebuis
Bestaat uit scahacht en eikel. Schacht is bekleed met huid, is erg dun --> voorhuid (preputium)
Twee grote zwellichamen
Seksuele opwinding vullen de zwellichamen met bloed --> erectie
Ejaculeren --> sperma (zaadcellen en zaadvloeistof)

Tussen eikel en de voorhuid kunnen talg en vuil, hoofdzakelijk bestaande celreseten die zich ophopen. Dit is een witte, vetachtige stof die smegma heet.
 

Slide 9 - Diapositive

Mannelijke geslachtsorganen
De balzak (scrotum) is een huidzak met daarin;
-de teelballen (zaadballen, testikels of testes),
-de bijballen (epididymis)
-de zaadleider.
Balzak bestaat uit dunne huid met een huidspier
Lichaam warm --> zaadballen iets lager --> temperatuur van de zaadballen moet op peil blijven.


Slide 10 - Diapositive

Mannelijke geslachtsorganen
De zaadballen (testikels produceren zaadcellen (spermatozoa).
  • Vanaf puberteit maakt de man  200 miljoen zaadcellen per dag.
  • De continue productie staat onder invloed van het hypofysehormoon FSH.
  • Zaadballen maken ook hormoon testosteron  is verantwoordelijk voor de mannelijke geslachtskenmerken en ontwikkeling van het zaad.
  • De productie van dit hormoon staat onder invloed van de hypofyse.

Slide 11 - Diapositive

Mannelijke geslachtsorganen - bijballen en zaadleider
  • De gevormde zaadcellen worden opgeslagen in de bijballen..
  • Zaadlozing via de zaadleider
  • Het laatste stuk van de zaadleider loopt door de prostaat heen.
  • Achter de prostaat, bij het einde van de zaadleider, bevinden zich de zaadblaasjes. Deze maken zaadvocht aan.
  • Bij zaadlozing --> vocht met de zaadcellen.
  • Hierbij ook nog prostaatvocht
  • Het ejaculaat (sperma) bestaat dan uit zaadcellen uit de testikels, zaadvocht uit de zaadblaasjes en vocht uit de prostaat. In totaal bestaat het ejaculaat uit ongeveer drie milliliter vocht, waarin 60-120 miljoen zaadcellen per milliliter zitten.

Slide 12 - Diapositive

Welk nummer hoort bij welk onderdeel van het vrouwelijke geslachtsorgaan?
eileider
eierstok
baarmoeder
schaamlip
vagina
baarmoedermond
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Slide 13 - Question de remorquage

In dit deel van het voortplantingsstelsel van de vrouw liggen eicellen
A
Eileider
B
Eierstokken
C
Baarmoeder
D
Vagina

Slide 14 - Quiz

Vrouwelijke geslachtsorganen
Eierstok = ovarium
Eileider = tuba
Baarmoeder = uterus
Baarmoederhals = cervix
Vagina

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Hoe lang duurt een menstruatie cyclus gemiddeld?
A
21 - 28 dagen
B
28 - 32 dagen
C
32 - 36 dagen
D
36 - 40 dagen

Slide 34 - Quiz

Wat is een follikel?
A
Een rijpe eicel
B
Een bevruchte eicel
C
Een vochtblaasje waarin de eicel kan rijpen
D
Een zaadcel

Slide 35 - Quiz

Welk hormoon speelt een belangrijke rol bij de rijping van een eicel?
A
TSH
B
LH
C
Oestrogeen
D
FSH

Slide 36 - Quiz

Wat bedoelen we met ovulatie?
A
De eisprong
B
De eerste dag van de menstruatiecyclus
C
Bevruchting van de eicel
D
Afbraak van baarmoederslijmvlies

Slide 37 - Quiz