1.4 de Nederlandse opstand

1.4 de Nederlandse opstand
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

1.4 de Nederlandse opstand

Slide 1 - Diapositive

Programma
wat?
hoe?
tijd?
Terugblik
klassikaal
10 min
uitleg 1.4
klassikaal
15 min
oefenvragen
klassikaal
10 min

Slide 2 - Diapositive

Misstanden
  • kerk vraagt veel geld van de burgers
  • geestelijken houden zich niet aan de regels vd kerk (trouwen etc.)
  • aflaten 
  •  beeldenverering
  • geestelijken voeren hun werk niet goed uit

Slide 3 - Diapositive

Verschillen Katholiek/Protestants
Katholiek
  • wel een paus
  • beeldenverering 
  • kerk centraal 
  • 7 sacramenten
Protestants
  • geen paus
  • geen beelden
  • bijbel centraal
  • 2 sacramenten 

Slide 4 - Diapositive

wie was Luther?
A
iemand die de boekdrukkunst heeft uitgevonden
B
Iemand met een heel groot rijk
C
Iemand die zich verzette tegen de kerk en een nieuwe stroming ontwikkelde in het Christendom
D
Iemand die een boerenjongen was.

Slide 5 - Quiz

Luther wilde
A
de macht van de kerk vergroten
B
de kerk hervormen
C
de kerk afschaffen
D
dat de regels van de kerk de basis waren voor geloof

Slide 6 - Quiz

Maarten Luther
  • Eerste hervormer: Maarten Luther

  • In 1517 komt Luther met 95 stellingen (vooral tegen aflaten)

  • Hij hoopt dat de Paus mee wil denken en de Kerk zal hervormen.

  • Verbannen uit de kerk --> Reformatie (splitsing kerk)
  • 'vogelvrij' vanwege Ketterse ideeën 

Slide 7 - Diapositive

Nadat Luther werd verbannen uit de kerk kozen veel vorsten partij voor hem. Geef hiervoor een verklaring.

Slide 8 - Question ouverte

Johannes Calvijn
Franse hervormer

Bekend in Nederland

Calvinisme

Strenger dan Luther

Slide 9 - Diapositive

Verschil Luther en Calvijn 
Calvijn                                                                      Luther
  • God heeft bij je geboorte bepaald of je naar de hemel gaat of niet

  • Je eert God het best door zo sober en zuinig mogelijk te leven

  • Wanneer een vorst slecht is voor zijn onderdanen mag deze worden afgezet 
  • Pas na je dood wordt bepaald of je naar de hemel gaat of niet

  • Minder streng op soberheid 

  • Een vorst is aangesteld door God, wie tegen hem in gaat gaat in tegen God

Slide 10 - Diapositive

Leerdoel
aan het eind van deze les:
  • weet je hoe de Nederlanden werden bestuurd onder leiding van Karel V en Filips II
  • kun je een politieke en een religieuze oorzaak geven voor het uitbreken van de Opstand
  • kun je verklaren waardoor er verdeeldheid ontstond tussen de opstandelingen
  • weet je op welke manier Nederland een Republiek werd in 1588

Slide 11 - Diapositive

De Nederlanden onder Karel V
  • De Nederlanden waren 17 lossen gewesten met Karel V als landsheer.
  • Verkregen door: huwelijkspolitiek, voorouders en oorlogen.
  • De zuidelijke gewesten waren de rijkste met grote handelssteden zoals Brugge, Antwerpen en Brussel met veel nijverheid en handel.
  • De Nederlanden: geen eenheid, maar losse gewesten die elk eigen regels, privileges, rechtspraak en bestuur hadden .

Slide 12 - Diapositive

Karel V: ook keizer van Heilig Roomse/ Duitse Rijk en koning van Spanje.

Verbleef in het buitenland.
Vertegenwoordiging door landvoogd(es)

Binnen ieder gewest benoemde Karel een Stadhouder als plaatsvervanger.

Slide 13 - Diapositive

Het bestuur van de Nederlanden
- Ieder Gewest: eigen regels en gewoonten.
Aan geld komen (voor voeren oorlog) landheren met ieder gewest onderhandelen voor belasting. Gewestelijke staten:
- voornaamste edelen, geestelijken en afgevaardigden van de steden.

Pas als de landheer hun oude privileges wilde bevestigen, waren de staten bereid belasting te betalen.

Slide 14 - Diapositive

Centralisatie van het bestuur
  • Voor een koning was het niet handig dat elke stad zijn eigen wetten en regels had. 
  • Waarbij steeds vanuit één plaats (Brussel) wordt geregeerd noemen we centralisatie. 
  • Hoe zorgde Karel V voor centralisatie?
  1. Staten-Generaal werd ingesteld
  2. Hoogste rechtbank in Mechelen voor hele Nederlanden
  3. Rechters en ambtenaren werden aangesteld op basis van opleiding, dus niet meer door te erven (edelen bang om hun inkomsten en macht te verliezen, burgers: deze nieuwigheid in strijd met hun privileges)
Vele gewesten vonden de centralisatie van Karel V maar niks. Ze wilden dat oude privileges en wilden het gewest zelf besturen. 

Slide 15 - Diapositive

Ketters 
  • Karel wilde dat iedereen in zijn rijk Katholiek was
  • andersgelovigen werden Ketters  genoemd
  • invoering Bloedplakkaten > vaak niet uitgevoerd 

Slide 16 - Diapositive

Filips II
  • zoon van Karel V> erfopvolging in 1555
  • koning van Spanje en landsheer van de Nederlanden
  • bestuur in de Nederlanden door Margaretha van Parma> landvoogdes 
  • strenger dan zijn vader > richtte inquisitie op

Slide 17 - Diapositive

Smeekschrift der Edelen 
  • Onrust nam toe> edelen boden in 1566 smeekschrift aan Margaretha van Parma 
  • Margaretha gaf toe> minder strenge vervolgingen op ketters

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

De Beeldenstorm
  • na matigingen inquisitie kregen protestanten meer moed

  • hielden openbare kerkdiensten in de buitenlucht of Hagenpreken

  • 1566: beeldenstorm 

Slide 20 - Diapositive

Alva
  • toen Filips hoorde van de beeldenstorm was hij woedend

  • hardere aanpak was nodig> Alva als vervanger van Margaretha 
  • Hertog van Alva kwam met leger naar de Nederlanden
  • Raad van Beroerten 

Slide 21 - Diapositive

Willem van Oranje
  • Stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht

  • Vluchtte naar huidige Duitsland

  • gezien als 'leider van de Opstand'

Slide 22 - Diapositive

Belegeringen Alva
  • nieuwe manier van oorlog voeren: plunderen en omsingelen 
  • veel angst bij steden; meestal snelle overgave
  • Beleg van Alkmaar & Leiden > overwinningen door Opstandelingen  

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

verschillen
  • tussen de gewesten bestonden veel verschillen: De noordelijke gewesten waren protestants geworden, de zuidelijke gewesten bleven katholiek
  • Beide gewesten vonden de Spanjaarden te gewelddadig en besloten samen te werken
  • doel: de Spanjaarden voorgoed laten verdwijnen uit NL 

Slide 25 - Diapositive

Verdeeldheid
  • van de afspraken kwam weinig terecht: calvinisten te gewelddadig, hielden zich niet aan de afspraken en waren arrogant

  • Katholieken startten Unie van Atrecht in 1579: verbond van Zuidelijke gewesten die vrede sloten met Spanje

  • Hierop sloten de Noordelijke gewesten datzelfde jaar de Unie van Utrecht, zij zetten de opstand voort

Slide 26 - Diapositive

Plakkaat van Verlatinghe
Om een nieuwe vorst te zoeken moest Nederland eerst de Spaanse vorst afzweren. In 1581 tekende de opstandige gewesten het Plakkaat van Verlatinghe, waarmee zij Filips II afzworen als hun vorst.

Slide 27 - Diapositive

De Republiek Der Zeven Verenigde Nederlanden
In 1588 is de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden geboren, een land zonder vorst. 

Slide 28 - Diapositive

Bestuur
  • Staten Generaal: buitenlandse beleid
  • Gewestelijke Staten: binnenlandse zaken.
  • Stadhouder werd legeraanvoerder 
  • Raadspensionaris was woordvoerder van zijn gewest in de Staten Generaal --> vaak in botsing met de stadhouder 

Slide 29 - Diapositive

Verder verloop
  • 1588: val van de Armada -->  Verdere verliezen voor Spanje
  • 1609: 12 jarig bestand door opkomst van handel
  • Maurits won hierna veel gebied --> Generaliteitslanden in de Staten Generaal
  • 1648: Vrede van Munster, einde oorlog

Slide 30 - Diapositive

De reformatie had als doel:
A
Een nieuwe kerk op te richten
B
De katholieke kerk te hervormen
C
Wetenschap centraal zetten
D
De mens zelf centraal te stellen

Slide 31 - Quiz

Wat heeft ervoor gezorgd dat de ideeën van Luther snel verspreidden?
A
Door de vele ontdekkingsreizen
B
Uitvinding van de boekdrukkunst
C
Door missionarissen
D
Doordat de kerk hier veel over sprak in diensten

Slide 32 - Quiz

Karel V steunde de Paus in zijn strijd tegen Luther. Bedenk hiervoor een reden.

Slide 33 - Question ouverte

Luther, Calvijn en Erasmus hadden alle drie kritiek op de Katholieke kerk. Toch worden alleen Luther en Calvijn gezien als Hervormers. Bedenk hiervoor een reden. Leg in je antwoord ook uit wat Hervormer betekent.

Slide 34 - Question ouverte