les verbes en -ir

Au travail!
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Au travail!

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Wij eindigen is in het Frans
A
Nous finisons
B
Nous finissons
C
Vous finirons
D
Vous finissez

Slide 3 - Quiz

De uitgangen bij regelmatige werkwoorden op -ir zijn:
Je stam + is
Tu stam + is
Il stam + it
Nous stam + issons
Vous stam + issez
Ils stam+ issent

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

De regelmatige werkwoorden in présent, passé composé en imparfait
Présent. Ils finissent,
Passé composé. Ils ont fini,
Imparfait. Ils finissaient.

Slide 8 - Diapositive

Wat is de présent van tu ( obéir)
A
Tu obéis
B
Tu as obéi
C
Tu obéissais
D
Tu obéir

Slide 9 - Quiz

Hoe ziet de imparfait er uit bij het werkwoord réfléchir,obéir en choisir geef de nous vorm

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Vidéo



Waar moet je op letten bij de regelmatige werkwoorden op -ir?

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Lien

Nu zelf aan de slag
zoek vijf regelmatige werkwoorden op -ir in het werkwoorden schrift en maak drie vragen voor je medeleerlingen.

Slide 14 - Diapositive

Au travail
Faites trois phrases avec une verbe en -ir au présent, passé composé et à l'imparfait

Slide 15 - Diapositive