H3-T-ELEKTRICITEIT-OEFENEN-VERSIE 1

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Oefentoets H3 Elektriciteit 

Op tafel: schrift, pen, potlood, gum, lineaal, Ipad

Telefoon niet in de buurt.

TEAMS AAN

Verschillende metalen heben een verschillende weerstand. Hoe heet deze stofeigenschap?

1. Soortelijke weerstand.
2. Soortelijke lichtsterkte.
3. Soortelijk gewicht.
4. Soortelijke warmte.

Een lampje en twee stroommeters zijn aangesloten op een spanningsbron. De schakeling is een .......

1. serieschakeling.
2. combinatie van serie en parallelschakeling.
3. parallelschakeling.

Je draait het lampje los. Welke stroommeter geeft nu de hoogste waarde aan?

1. stroommeter 1
2. stroommeter 2
3. beide evenveel
4. beide verschillend

1. De vuurtoren op Vlieland.

In de vuurtoren brandt een kwiklamp van 2000W  bij 230V.

De lamp brandt gemiddeld iedere nacht van 19:00 tot 6:00 uur. Voor 1kWh moet je €0,23 betalen.

Bereken hoeveel het per nacht kost om deze lamp te laten branden.

Lever deze bij de volgende slide in.

Bereken hoeveel het per nacht kost om deze lamp te laten branden.
Lever hier de foto in.

2. De vuurtoren op Vlieland.

In de vuurtoren brandt een kwiklamp van 2000W  bij 230V.

De lamp is beveilgd met een zekering. 

Laat met behulp van een berekening zien of een zekering van 10A voldoen.

Lever deze bij de volgende slide in.

Laat met behulp van een berekening zien of een zekering van 10A voldoen.

Weerstandbepaling

Tijdens een practicum moet de waarde van een weerstand worden bepaald. Hiervoor moet eerst een schakeling worden gemaakt. In deze schakeling worden opgenomen: 

- een spanningsbron

- een weerstand

- een stroommeter

- een spanningsmeter

Wat is in dit schema de spanningsmeter?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Wat is in dit schema de weerstand?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Wat is in dit schema de stroommeter?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Wat is de aanwijzing van de stroommeter?

1. 4 A
2. 4 V
3. 0,4 A
4. 0,4 V

Wat is de aanwijzing van de spanningsmeter?

1. 6 A
2. 6 V
3. 12 A
4. 12 V

Hoe kun je met de waarden van de stroom en de spanning de weerstand berekenen?

1. Door de waarde van de spanningsmeter te delen door de waarde van de stroommeter.
2. Door de waarde van de stroommeter te delen door de spanningmeter.
3. Door de waarde van de spanningsmeter te vermenigvuldigen met de waarde van de stroommeter.
4. Door de waarde van de spanningsmeter en de waarde van de stroommeter bij elkaar op te tellen.

Geef de waarden van de weerstanden.

Gebruik BINAS-tabel 13
Kleurcodes van weerstanden
Weerstand 1 =...ohm; Weerstand 2 =...ohm.

Schrijf van de weerstand van 5700 ohm, de kleur van de ringen op van links naar rechts.
Gebruik BINAS-tabel 13
Kleurcodes van weerstanden

Van een aparaat is de spanning 14 V en de stroom 0,5A.
Bereken de grootte van de weerstand.

Maak een foto van je berekening en lever deze hier in.

Als je liegt, krijg je zweet op je handen. In zweet zijn zouten opgelost. Een leugendetector maakt gebruik van dit verschijnsel.
Leg uit hoe de leugendetector werkt.

Teken met potlood en lineaal een schakelschema met drie lampen, een batterij en een schakelaar.
De lampen zijn parallel geschakeld. Met de schakelaar kun je alle lampen tegelijk aan- en uitdoen.

Er is een ledlamp op batterijen te koop die over een tentpaal kan worden geschoven. Leds hebben een hoger rendement dan gloeilampjes. Hoe merk je het hogere rendement van leds?

Wat is het milieuvoordeel van het gebruik van leds in plaats van gloeilampjes?

Een wasmachine gebruikt 5kWh aan energie. Het vermogen van de wasmachine is 2000 W.

Bereken hoelang de wasmachine over de wasbeurt doet.

Een wasmachine gebruikt 5 kWh aan energie. De korte wasbeurt duurt 20 minuten. 1 kWh kost €0,23

Bereken de kosten van deze korte wasbeurt.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Schrijf 2 dingen op die je nog wilt leren over dit onderwerp.

Schrijf 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Na deze les, wil ik ......

De uitleg nog 1 keer horen.

Meer voorbeelden krijgen.

De leerstof thuis nog even bekijken.

Nog iets anders. (Vul de vraag op de volgende slide in.)

Ik wil nog iets anders, nl..........

Hoe vond je deze les?

😒🙁😐🙂😃