Geschiedenis prehistorie les 1.

1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisBasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Wat betekent pre-historie?

Slide 6 - Question ouverte

Wanneer begon de pre-historie?
A
3 miljoen jaar geleden.
B
2 miljoen jaar geleden.
C
1 miljoen jaar geleden.
D
5 miljoen jaar geleden.

Slide 7 - Quiz

Hoe komt het dat we niet veel weten over de pre-historie?
A
Want alle mensen uit de prehistorie zijn dood.
B
Want in de prehistorie konden de mensen nog niet praten.
C
Want in de prehistorie konden de mensen nog niet schrijven.

Slide 8 - Quiz

Hoe zagen de mensen uit de pre-historie er ongeveer uit?
A
Ze waren kleiner en hadden veel haar op hun lichaam.
B
Ze waren groter en hadden veel haar op hun lichaam.
C
Ze waren kleiner en hadden geen haar op hun lichaam.
D
Ze waren groter en hadden geen haar op hun lichaam.

Slide 9 - Quiz

Noem iets dat een mens kan doen en een dier niet.

Slide 10 - Question ouverte

Hoe oud is de moderne mens ongeveer?
A
100.000 jaar oud
B
200.000 jaar oud
C
300.000 jaar oud
D
400.000 jaar oud

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Wat was de eerste werktuig die de mensen in de prehistorie gebruikten?

Slide 14 - Question ouverte

Hoe werden de scherpe randen aan een steen gemaakt?
A
Door met een stuk bot de steen te verspliteren.
B
Door het in vuur te zetten.
C
Door het te slijpen met een machin.
D
Door het met hout te versplinteren.

Slide 15 - Quiz

Noem 4 werktuigen uit de prehistorie?

Slide 16 - Question ouverte

Wat zijn rendierjagers?
A
Ze renden achter de rendieren aan.
B
Ze stopten de rendieren in grotten.
C
Ze jaagden op rendieren en zorgden voor het vlees.

Slide 17 - Quiz

Waarom konden de mensen uit de prehistorie niet op dezelfde plaats blijven wonen?

Slide 18 - Question ouverte

Hoe noemen we mensen die rondtrekken en geen vaste woonplaats hebben?
A
Toeristen
B
Vrienden
C
dakloze
D
Nomaden

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Vidéo

Slide 21 - Diapositive

Noem 3 functies van vuur:

Slide 22 - Question ouverte

Slide 23 - Diapositive