Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Mondelinge taalvaardigheid
Perron 2
Les 2
Slide 1 - Diapositive
Terugblik
Wat weet je al:
- Je weet hoe je goed moet luisteren
- Je weet wat hoofd- en bijzaken zijn
- Je weet waarom en hoe je aantekeningen maakt
Slide 2 - Diapositive
Als ik aantekeningen maak, dan ...
A
begrijp ik de lesstof beter
B
onthoud ik de lesstof beter
C
begrijp en onthoud ik de lesstof beter
D
ben ik afgeleid
Slide 3 - Quiz
Welke bewering is NIET WAAR over het maken van aantekeningen?
A
je schrijft het kort op
B
je schijft alle bijzaken op
C
je gebruikt handige tekens
D
je werkt netjes en overzichtelijk
Slide 4 - Quiz
Lesdoel
Aan het einde van deze les weet je:
Wat voorkennis is
Slide 5 - Diapositive
Wat is voorkennis?
Slide 6 - Question ouverte
2 luistermanieren
- globaal luisteren
- studerend luisteren
Slide 7 - Diapositive
TV-programma's
Het journaal
Animatiefilms
Quizzen
Slide 8 - Diapositive
journaal
Slide 9 - Carte mentale
Wat is een animatiefilm?
Slide 10 - Question ouverte
Welke animatiefilms kennen jullie?
Slide 11 - Carte mentale
Welke woorden passen nog meer bij animatiefilms?
Klik op de woorden die erbij passen.
verhaallijn
Goed! Een verhaallijn is het verhaal van de animatiefilm in grote lijnen.
animator
Goed! Een animator is iemand die animaties maakt.
journaal
Helaas... een journaal is een televisieprogramma met het nieuws van de dag.
studio
Goed! Animatiefilms worden gemaakt in een studio.
drukpers
Helaas... een drukpers is een apparaat dat wordt gebruikt om kranten of boeken te drukken.
stemacteur
Goed! Een stemacteur spreekt de stemmen bij een animatiefilm in.
souffleur
Helaas... een souffleur is iemand die toneelspelers hun tekst influistert.
karakter
Goed! De rollen in een animatiefilm worden gespeeld door karakters. Dat kunnen (menselijke) poppetjes zijn, maar ook dieren of voorwerpen. De filmmakers bedenken hoe de karakters praten en bewegen. En wat hun eigenschappen zijn, of ze bijvoorbeeld aardig zijn, gierig, vrolijk, grappig enzovoort.