oefenSE Griekse kunst
1 / 11
La durée de la leçon est: 20 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
1. Periodes in de beeldhouwkunst
(3) a. Noteer de namen van de drie periodes waarin we de Griekse beeldhouwkunst indelen en geef de dateringen erbij.
(3) a. Noteer de namen van de drie periodes waarin we de Griekse beeldhouwkunst indelen en geef de dateringen erbij.
Slide 2 - Question ouverte
archaische periode
klassieke periode
hellenistische periode
Slide 3 - Question de remorquage
noteer de (alle!) op de
afbeelding zichtbare kenmerken
die bij de betreffende periode horen
afbeelding zichtbare kenmerken
die bij de betreffende periode horen
Slide 4 - Question ouverte
noteer twee op de
afbeelding zichtbare kenmerken
die bij de betreffende periode horen
afbeelding zichtbare kenmerken
die bij de betreffende periode horen
Slide 5 - Question ouverte
noteer de (alle!) op de
afbeelding zichtbare kenmerken
die bij de betreffende periode horen
afbeelding zichtbare kenmerken
die bij de betreffende periode horen
Slide 6 - Question ouverte
De contraposto wijkt ietwat af van de standaard zoals je die ziet bij de doryphoros. Noteer:
- waarin de contraposto afwijkt
- waarom het toch een contraposto is.
- waarin de contraposto afwijkt
- waarom het toch een contraposto is.
Slide 7 - Question ouverte
In de renaissance zag men in een zuil een menselijke figuur. Bekijk de afbeelding van een deel van een zuil, getekend door Francesco di Giorgio (afb.8) Van welke orde is deze zuil?
Slide 8 - Question ouverte
Neem de letters A, B, C en D
over en noteer erachter de naam van het desbetreffende onderdeel.
over en noteer erachter de naam van het desbetreffende onderdeel.
Slide 9 - Question ouverte
Van welk onderdeel van de
tempel is dit een fragment?
tempel is dit een fragment?
Slide 10 - Question ouverte
Leg deze 4 stappen van het
bronsgieten uit
bronsgieten uit
