VVV-uur-Vermeer

VVV lezen - 16 februari
Telefoons van tafel
Ga rustig zitten
Chromebook op tafel
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

VVV lezen - 16 februari
Telefoons van tafel
Ga rustig zitten
Chromebook op tafel

Slide 1 - Diapositive

Ken je een van deze schilderijen?

Slide 2 - Diapositive

Johannes Vermeer

Slide 3 - Carte mentale

Planning
Voorkennis activeren
Tekst lezen
Sleutelvragen beantwoorden
Sleutelvragen bespreken
Toetsvragen beantwoorden
Les afsluiten
Planning

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Lien

GROTE TENTOONSTELLING VERMEER IN
RIJKSMUSEUM
1. De tekst lezen we  samen.
2. Sleutelvragen beantwoorden (2 min. per vraag, mag in duo's)
3. Sleutelvragen bespreken
4. De 'toetsvragen' van de tekst maak je individueel en in stilte. (1 min. per vraag, individueel)
5. Toetsvragen bespreken


Slide 6 - Diapositive

Grote tentoonstelling Vermeer in Rijksmuseum
Luister en lees mee.
Als je naam genoemd wordt, ga je verder met voorlezen tot de volgende de beurt krijgt.

Slide 7 - Diapositive

De sleutelvragen
1. Wat is de aanleiding voor het schrijven van deze tekst?
2. Welke twee verschillen tussen Rembrandt en Vermeer worden in de tekst genoemd?
3. Waarom is Vermeer volgens kunstkenners zo’n bijzondere schilder?
4. Waar ter wereld hangen de schilderijen van Vermeer normaal gesproken?
5. Waarom duurde het zo lang voordat de tentoonstelling georganiseerd kon worden?
6. Waarom zijn niet alle werken van Vermeer op de tentoonstelling aanwezig?
7. Hoe is de tentoonstelling van Vermeers werk ingericht?
8. Zou jij de tentoonstelling van Vermeer in het Rijksmuseum willen bezoeken?

Slide 8 - Diapositive

1. Wat is de aanleiding voor het schrijven van deze tekst?

Slide 9 - Question ouverte

2. Welke twee verschillen tussen Rembrandt en Vermeer worden in de tekst genoemd?

Slide 10 - Question ouverte

3. Waarom is Vermeer volgens kunstkenners zo’n bijzondere schilder?

Slide 11 - Question ouverte

4. Waar ter wereld hangen de schilderijen van Vermeer normaal gesproken?

Slide 12 - Question ouverte

5. Waarom duurde het zo lang voordat de tentoonstelling georganiseerd kon worden?

Slide 13 - Question ouverte

6. Waarom zijn niet alle werken van Vermeer op de tentoonstelling aanwezig?

Slide 14 - Question ouverte

7. Hoe is de tentoonstelling van Vermeers werk ingericht?

Slide 15 - Question ouverte

8. Zou jij de tentoonstelling van Vermeer in het Rijksmuseum willen bezoeken? Waarom (niet)?

Slide 16 - Question ouverte

Toetsvragen
Deze vragen gaan over de inhoud van de tekst.
Je maakt deze vragen individueel. [geen overleg!]
Pas per vraag de juiste leesstrategie toe, zodat je niet te veel tijd kwijt bent met beantwoorden.
Per vraag krijg je 1 minuut

Slide 17 - Diapositive

1. In het tekstdeel onder het kopje 'Een groot schilder' worden de schilders Rembrandt en Vermeer op enkele punten met elkaar vergeleken. Wat is een [overeenkomst] tussen de twee schilders?
A
Beide schilders gebruiken een dramatische thematiek en stijl.
B
Beide schilders hebben een groot oeuvre.
C
Beide schilders maken gebruik van lichtval.
D
Beide schilders zijn geboren in Delft

Slide 18 - Quiz

2. In het tekstdeel onder het kopje 'Over de hele wereld' wordt nog een tussen Rembrandt en Vermeer genoemd. Welke is dat?

Slide 19 - Question ouverte

3. Lees regel 23-26 nogmaals. Wat is er bijzonder aan het schilderij Allegorie op de Schilderkunst? Noem twee dingen.

Slide 20 - Question ouverte

4. In regel 30 staan het signaalwoord [omdat].
Welk verband geeft dit signaalwoord aan?
A
een conclusie
B
een reden
C
een voorwaarde
D
een gevolg

Slide 21 - Quiz

5. Wat betekent [ontvreemden] (r. 37)?
A
betalen
B
lenen
C
stelen
D
verzekeren

Slide 22 - Quiz

6. Waar vind je in regel 39-40 voorbeelden van?
A
Van dingen die musea doen om geld te verdienen voor een tentoonstelling.
B
Van dingen die musea doen om scholieren meer te leren over kunst.
C
Van dingen die musea doen voor de bezoekers die ze elke dag ontvangen.
D
Van dingen die musea doen voor de schilderijen die ze van andere musea mogen lenen.

Slide 23 - Quiz

7. Een van de schilderijen van Vermeer heet 'Christus in het huis van Martha en Maria'. In welke zaal van de tentoonstelling hangt dit schilderij?
A
in de eerste zaal
B
in de tweede zaal
C
in de vijfde zaal
D
in de laatste zaal

Slide 24 - Quiz

Nieuwsbegrip met LessonUp geef ik een...
010

Slide 25 - Sondage