2. Wonen in de stad

2. Wonen in de stad
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

2. Wonen in de stad

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Elke tijd zijn eigen wijk
  • In steden zijn wijken uit verschillende tijden:
1. Voor/tot 1870: gebouwen bestaan uit hout en baksteen, vaak te vinden in de binnenstad.

2. Na 1870: gebouwen bestaan uit beton, er zijn veel rijtjes huizen met meerdere verdiepingen. 
voor- oorlogse wijken rondom de fabrieken (arbeiderswijken). 





Mensen trokken van platteland naar de stad

Slide 3 - Diapositive

Na de oorlog groeien de steden verder door 
Urbanisatie &
verstedelijking

Slide 4 - Diapositive

Urbanisatie
De mensen trekken naar de stad omdat er werk te vinden is. Hierdoor groeit een stad.

Slide 5 - Diapositive

Elke tijd zijn eigen wijk

    3. Na WOII: in steden meer flats en rijtjeshuizen met tuin 
    werden gebouwd. 


    4. Na 1970: Groei van de welvaart:  grotere huizen met tuin en veel parkeerruimte, veel mensen gingen buiten de stad wonen. Dit heet suburbanisatie


    Na WOII (na 1945).
    Na 1970

    Slide 6 - Diapositive

    Suburbanisatie
    Mensen vertrekken uit de stad naar platteland, omdat het te druk wordt in de stad.

    Slide 7 - Diapositive

    Steden worden drukker -- Urbanisatie
    Mensen vinden de stad te druk dus verhuizen naar plekken dicht buiten de stcad --
    Suburbanisatie
    Mensen reizen meer met de auto van hun woning naar het werk

    Slide 8 - Diapositive

    DUS:

    Slide 9 - Diapositive

    Slide 10 - Diapositive

    Iedereen een passende woning
    • Welke mensen er in welke wijken wonen heeft te maken met:
         - Prijzen van de huizen
         - Ligging bij de voorzieningen

    • Opgeknapte binnensteden:
       - Duur, dichtbij voorzieningen
        - Jonge, rijke mensen

    • Oude (flat)wijken, niet opgeknapt:
       - Goedkoop
       - Mensen met een laag inkomen

    • Nieuwste wijken
      - Hier wonen rijke mensen en is erg duur

    Slide 11 - Diapositive

    Er zijn steeds meer kleine huizen en appartementen in de stad. Hoe kan dit?
    A
    Mensen hebben steeds minder geld.
    B
    Mensen hebben steeds minder ruimte nodig.
    C
    Mensen wonen met minder mensen in één huis.

    Slide 12 - Quiz

    Flats zijn vaak goedkoper. Waarom?
    A
    Het is klein
    B
    Er zijn weinig voorzieningen
    C
    Flats zijn verouderd
    D
    Het ligt te ver van het centrum

    Slide 13 - Quiz

    Jonge mensen wonen graag in de binnenstad. Waarom?
    A
    Sfeervol
    B
    Goedkoop
    C
    Dicht bij voorzieningen
    D
    Rustig

    Slide 14 - Quiz

    Waarom is het in de binnenstad moeilijk parkeren?
    A
    Omdat het volgebouwd met huizen is.
    B
    Omdat er vroeger geen auto's waren.
    C
    Omdat er te veel parkjes zijn.

    Slide 15 - Quiz

    Slide 16 - Diapositive

    Is een appartement in dit gebouw duur denk je?
    A
    Ja
    B
    Nee

    Slide 17 - Quiz

    Slide 18 - Diapositive

    Is dit een duur huis?
    A
    ja
    B
    nee

    Slide 19 - Quiz

    Welk woord hoort niet in dit rijtje thuis:
    tot 1870-verschillende huizen-flats-binnenstad
    A
    Tot 1870
    B
    Verschillende huizen
    C
    Flats
    D
    Binnenstad

    Slide 20 - Quiz

    Welk woord hoort niet in dit rijtje thuis:
    Suburbanisatie-auto-ruimte in de wijk-fabrieken
    A
    Suburbanisatie
    B
    Auto
    C
    Ruimte in de wijk
    D
    Fabrieken

    Slide 21 - Quiz