Op hoop van zegen - Herman Heijermans (1900)
Nadat de vijftienjarige Barend, de jongste zoon van Knier, wier man en twee kinderen op zee zijn omgekomen, voor zijn ogen een schipper heeft zien doodgaan wijst hij het uitzichtloze vissersleven van de hand. Hij zoekt ander werk, maar het blijkt niet mogelijk uit het armzalige bestaan weg te komen. De oude vissersboot De Hoop is niet meer zeewaardig. Reder Bos laat hem toch weer uitvaren, zonder hem grondig te laten repareren. Hiermee wil hij een ongeluk veroorzaken, zodat hij het geld van de verzekering kan opstrijken. Uiteindelijk gaat Barend met zijn broer Geert, die een poosje in de gevangenis heeft gezeten en die vanwege zijn socialistische opvattingen door Bos niet geliefd is, aan boord van De Hoop. Tijdens een hevige storm vergaat De Hoop.