extra herhalingles

Hoofdstuk 1 begroten voor iedereen
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 1 begroten voor iedereen

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
- Bespreken opdrachten
- Klassikale opdracht

Slide 2 - Diapositive

Bespreken opdrachten
 1.18 t/m 1.24 blz 17

Slide 3 - Diapositive

De budgetlijn gebruiken we omdat
A
Deze lijn producten weergeeft
B
Deze lijn alle mogelijke productcombinaties weergeeft die je maximaal kunt kopen met een bepaald budget
C
je dan beter kunt kiezen
D
dan weet je hoeveel je kunt overhouden

Slide 4 - Quiz

Door een verandering komt Peter terecht op de blauwe budgetlijn.
Wat is er gebeurd?
A
Blikjes cola zijn duurder geworden.
B
Zijn inkomen is gestegen.
C
Broodjes zijn goedkoper geworden.
D
Blikjes cola zijn goedkoper geworden.

Slide 5 - Quiz

Direct of indirect?
Als je je overnachting op een camping betaalt, zit in dat bedrag ook toeristenbelasting.
A
directe belasting
B
indirecte belasting

Slide 6 - Quiz

Direct of indirect?
Over een prijs in de postcodeloterij betaal je kansspelbelasting.
A
directe belasting
B
indirecte belasting

Slide 7 - Quiz

Abonnement van Spotify hoort bij de ....
A
Huishoudelijke uitgaven
B
Incidentele uitgaven
C
Vaste lasten
D
Wekelijkse uitgaven

Slide 8 - Quiz

Dagelijkse uitgaven doe je
A
wekelijks
B
voor de dagelijkse gang van zaken in je gezin
C
dagelijks
D
als je daar zin in hebt

Slide 9 - Quiz

Juist of onjuist?
I. Een begroting is een overzicht van de werkelijke ontvangsten en uitgaven in een bepaalde periode.
II. De inkomsten van zwart werk worden niet opgegeven aan de belastingdienst.
A
Stelling 1 is juist en stelling 2 is onjuist.
B
Stelling 1 is onjuist en stelling 2 is juist.
C
Beide stellingen zijn juist.
D
Beide stellingen zijn onjuist.

Slide 10 - Quiz

In welke rijtje staan alleen huishoudelijke uitgaven?
A
Abonnement - tijdschrift - cadeautje
B
kleding- nieuwe auto - boodschappen
C
Tijdschrift - cadeautjes - boodschappen
D
Vakantie - cadeautjes - tijdschrift

Slide 11 - Quiz

Welke uitspraak over de miljoenennota en de rijksbegroting is juist?
A
De rijksbegroting licht de miljoenennota toe
B
De miljoenennota licht de rijksbegroting toe
C
De rijksbegroting en de miljoenennota zijn hetzelfde
D
De rijksbegroting en de miljoenennota hangen niet samen

Slide 12 - Quiz

Klassikale opdracht
timer
5:00

Slide 13 - Diapositive

Budgetlijn
Pietertje krijgt van opa € 6 om snoep te kopen.
In het snoepwinkeltje waar hij naar toe gaat kost chips € 0,50 per zakje en chocolade € 1.
a) Teken de budgetlijn die hierbij hoort.
(horizontaal chips, verticaal chocolade)
b) Wat gebeurt er met de budgetlijn als de prijs van een chocoladereep stijgt met € 1?
Schets die verandering in de vorige grafiek.



Slide 14 - Diapositive

Oefentoets maken

Slide 15 - Diapositive