Homofonen en homoniemen (Trede 14)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo, mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1,2

Welkom!

Ga lekker zitten, telefoon opbergen, 

Boek open, Blok 6 - Spelling

Wat gaan we doen?

- we bespreken kort Spelling blok 6

- maken opdracht 1, 2, 3 & 4

- oefenen op LessonUp met spelling hoofdstuk 1-6

Spelling Blok 6

Homofonen en homoniemen

Wat is een homoniem?

Dat zijn woorden die er hetzelfde uitzien, maar twee of meer verschillende betekenissen hebben.

Voorbeeld homoniemen

• Arm: lichaamsdeel / niet rijk
• Kater: dier / naweeën van drinkgelag
• Kop: beker / hoofd
• Maal: keer / maaltijd
• Slot: einde / burcht
• Vorst: koning / vrieskou
  

Wat is een homofoon?

• Dat zijn woorden die hetzelfde klinken, maar anders geschreven zijn en ook een andere betekenis hebben.

Voorbeeld homofonen

• Hart - hard
• wei - wij
• Leiden - lijden
• Zei - zij
  

Even oefenen...

1) Hij heeft het hart/hard op de juiste plaats.

2) Wij/wei lagen lekker in de wij/wei.

3) Ze laat zich leiden/lijden door die influencer.

4) Ik berijd/bereid vanavond de maaltijd.

www.taalvoutjes.nl

Oefenen op Lessonup.com

https://LessonUp.app/invite/h/g6hGZWZXy9q8dmqnL

(zie ook je mail)

wanneer je geregistreerd bent, onthoudt het programma waar je gebleven bent (voor de volgende keer)