Hoofdstuk 10: arbeidsmiddelen

VCA les 9 'Arbeidsmiddelen'
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2MBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

VCA les 9 'Arbeidsmiddelen'

Slide 1 - Diapositive

Vorige week:
  • borden

Deze week:
  • huiswerk bespreken;
  • arbeidsmiddelen;
  • je leert wat arbeidsmiddelen zijn
  • je leert welke verschillende soorten er zijn

Maar nu eerst even de hersenen opwarmen ...

Slide 2 - Diapositive

Wat voor soort bord is dit?
A
Waarschuwingsbord
B
Signaleringsbord
C
Verbodsbord
D
Gebodsbord

Slide 3 - Quiz

Wat voor soort bord is dit?
A
Gebodsbord
B
Verbodsbord
C
Brandbestrijding
D
Waarschuwingsbord

Slide 4 - Quiz

Wat betekent dit bord?
A
Bij elkaar blijven
B
Verzamelplaats
C
Zoek elkaar op
D
Mensen tellen

Slide 5 - Quiz

Wat betekent dit bord?
A
Open vuur verboden
B
Verboden te roken

Slide 6 - Quiz

Wat betekent dit bord?
A
Maximaal 5km/u
B
Minimaal 5km/u

Slide 7 - Quiz

Wat betekent calamiteit?
A
Groot ongeluk
B
Belangrijke gebeurtenis
C
Hoeveelheid
D
Een ruimte

Slide 8 - Quiz

Opgewarmd?
A
Ja!
B
Nee!
C
Mwah!
D
Huh?

Slide 9 - Quiz

Deze week kijken we naar arbeidsmiddelen. Wat denk je dat daarmee bedoeld wordt?

Slide 10 - Carte mentale

Arbeidsmiddelen zijn alle hulpmiddelen die bij het werken gebruikt worden. Dit kan eenvoudig gereedschap zijn, zoals een schroevendraaier of een boor. Het kunnen ook grote machines zijn waar je mee werkt.
Arbeidsmiddelen

Slide 11 - Diapositive

Is een heftruck ook een arbeidsmiddel?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quiz

Verschillende soorten arbeidsmiddelen:
  • gereedschapmachines
  • aangedreven handgereedschap
  • handgereedschap
  • hijswerktuigen
  • vorkheftrucks
  • palletwagens

Slide 13 - Diapositive

Dit zijn allemaal arbeidsmiddelen!

Slide 14 - Diapositive

Is dit dan ook een arbeidsmiddel??
A
Jazeker!
B
Ik denk het niet.

Slide 15 - Quiz

Gereedschapmachines:
  • Kolomboren, slijpmachines, vast opgestelde cirkelzagen;
  • Veiligheid voorop, gebruik PBM's!
  • Ermee werken is niet zonder gevaar!

Slide 16 - Diapositive

Welk PBM moet je altijd dragen bij het werken aan een gereedschapmachine?
A
Gehoorbescherming
B
Veiligheidsbril
C
Veiligheidshelm
D
Veiligheidschoenen

Slide 17 - Quiz

Aangedreven handgereedschap:
  • Bv. elektrisch handgereedschap;
  • Handboormachines, handzagen, handslijpmachines, handcirkelzagen, nietmachines en kettingzagen.
  • Dit gereedschap wordt aangedreven! (verschil met handgereedschap). 

Wat betekent 'aangedreven' ?


Slide 18 - Diapositive

Hoe kunnen gereedschapmachines worden aangedreven?
A
Elektrisch
B
Pneumatisch
C
Hydraulisch
D
Door middel van een benzinemotor.

Slide 19 - Quiz

Pneumatiek

Slide 20 - Diapositive

Verschil pneumatiek en hydrauliek:

Hydrauliek is een aandrijftechniek die gebruik maakt van vloeistof, de hydraulische vloeistof, onder (hoge) druk.

Pneumatiek is een aandrijftechniek die gebruik maakt van lucht (onder hoge druk).

Slide 21 - Diapositive

Handgereedschap:

Slide 22 - Diapositive

Pneumatiek is een aandrijftechniek die gebruik maakt van olie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

Hijswerktuigen:
  • Dit zijn hijskranen;
  • Er zijn verschillende soorten hijskranen;
  • Mobiele kranen, bovenloopkranen, autolaadkranen en bouwkranen.
  • Heistellingen vallen hier ook onder!
  • Belangrijk: jaarlijks keuren!
  • Belangrijk: kraanboek moet altijd aanwezig zijn bij kraan (hierin staat de keuring en de onderhoudsgeschiedenis).

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

Soorten hijskranen:

Slide 26 - Diapositive

Wat voor soort kraan zag je in het filmpje van Mammoet?
A
Mobiele kraan
B
Bovenloopkraan
C
Autolaadkraan
D
Bouwkraan

Slide 27 - Quiz

Vorkheftrucks en palletwagens:
Deskundigheid vereist!

Slide 28 - Diapositive

Deze week:
  • arbeidsmiddelen;
  • je leert wat arbeidsmiddelen zijn
  • je leert welke verschillende soorten er zijn

Alles begrepen? Alles duidelijk?


Slide 29 - Diapositive

Ter afronding:
  • er staan nieuwe begrippen uit les 7 - 8 - 9 in Quizlet (link in mail);
  • maak de uitgedeelde oefening (huiswerk voor volgende week);
  • bij vragen mailen of appen!

Slide 30 - Diapositive