THEMA 2 / VCA (startklas) les 9 'arbeidsmiddelen'

VCA les 9 'Arbeidsmiddelen'
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2MBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

VCA les 9 'Arbeidsmiddelen'

Slide 1 - Diapositive

Vorige week 
Waar staan de verschillende soorten borden voor?
- Waarschuwingsborden
- Signaleringsborden
- Verbodsborden
- Gebodsborden 

Slide 2 - Diapositive

Betekenis
Waar staan de verschillende soorten borden voor?
- Waarschuwingsborden: Mogelijk gevaarlijke situatie.
- Signaleringsborden: In geval van nood.
- Verbodsborden: Verboden iets te doen.
- Gebodsborden: Verplicht iets te doen.

Slide 3 - Diapositive

Wat voor soort bord is dit?
A
Waarschuwingsbord
B
Signaleringsbord
C
Verbodsbord
D
Gebodsbord

Slide 4 - Quiz

Wat voor soort bord is dit?
A
Waarschuwingsbord
B
Signaleringsbord
C
Verbodsbord
D
Gebodsbord

Slide 5 - Quiz

Wat voor soort bord is dit?
A
Waarschuwingsbord
B
Signaleringsbord
C
Verbodsbord
D
Gebodsbord

Slide 6 - Quiz

Wat voor soort bord is dit?
A
Waarschuwingsbord
B
Signaleringsbord
C
Verbodsbord
D
Gebodsbord

Slide 7 - Quiz

Wat betekent dit bord?
A
Bij elkaar blijven
B
Verzamelplaats
C
Zoek elkaar op
D
Mensen tellen

Slide 8 - Quiz

Wat betekent dit bord?
A
Pas op bijtende stoffen
B
Pas op vuurwerk
C
Pas op gevaarlijke stoffen
D
Pas op explosiegevaar

Slide 9 - Quiz

Wat betekent dit bord?
A
Open vuur verboden
B
Verboden te roken

Slide 10 - Quiz

Wat betekent dit bord?
A
Maximaal 5km/u
B
Minimaal 5km/u

Slide 11 - Quiz

Wat betekent calamiteit?
A
Groot ongeluk
B
Belangrijke gebeurtenis
C
Hoeveelheid
D
Een ruimte

Slide 12 - Quiz

Deze week kijken we naar arbeidsmiddelen. Wat denk je dat daarmee bedoeld wordt?

Slide 13 - Carte mentale

Arbeidsmiddelen zijn alle hulpmiddelen die bij het werken gebruikt worden. Dit kan eenvoudig gereedschap zijn, zoals een schroevendraaier of een boor. Het kunnen ook grote machines zijn waar je mee werkt.
Arbeidsmiddelen

Slide 14 - Diapositive

Is een heftruck ook een arbeidsmiddel?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quiz

Verschillende soorten arbeidsmiddelen:
  • gereedschapmachines
  • aangedreven handgereedschap
  • handgereedschap
  • hijswerktuigen
  • vorkheftrucks
  • palletwagens

Slide 16 - Diapositive

Dit zijn allemaal arbeidsmiddelen!

Slide 17 - Diapositive

Gereedschapmachines:
  • Kolomboren, slijpmachines, vast opgestelde cirkelzagen;
  • Veiligheid voorop, gebruik PBM's!
  • Ermee werken is niet zonder gevaar!

Slide 18 - Diapositive

Welk PBM moet je altijd dragen bij het werken aan een gereedschapmachine?
A
Gehoorbescherming
B
Veiligheidsbril
C
Veiligheidshelm
D
Veiligheidschoenen

Slide 19 - Quiz

Aangedreven handgereedschap:
  • Bv. elektrisch handgereedschap;
  • Handboormachines, handzagen, handslijpmachines, handcirkelzagen, nietmachines en kettingzagen.
  • Dit gereedschap wordt aangedreven! (verschil met handgereedschap). 

Wat betekent 'aangedreven' ?


Slide 20 - Diapositive

Hoe kunnen gereedschap machines worden aangedreven?
A
Elektrisch
B
Pneumatisch
C
Hydraulisch
D
Door middel van een benzinemotor.

Slide 21 - Quiz

Pneumatiek

Slide 22 - Diapositive

Verschil pneumatiek en hydrauliek:

Hydrauliek is een aandrijftechniek die gebruik maakt van vloeistof, de hydraulische vloeistof, onder (hoge) druk.

Pneumatiek is een aandrijftechniek die gebruik maakt van lucht (onder hoge druk).

Slide 23 - Diapositive

Handgereedschap:

Slide 24 - Diapositive

Pneumatiek is een aandrijftechniek die gebruik maakt van olie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quiz

Hijswerktuigen:
  • Dit zijn hijskranen;
  • Er zijn verschillende soorten hijskranen;
  • Mobiele kranen, bovenloopkranen, autolaadkranen en bouwkranen.
  • Heistellingen vallen hier ook onder!
  • Belangrijk: jaarlijks keuren!
  • Belangrijk: kraanboek moet altijd aanwezig zijn bij kraan (hierin staat de keuring en de onderhoudsgeschiedenis).

Slide 26 - Diapositive

Soorten hijskranen:

Slide 27 - Diapositive

Vorkheftrucks en palletwagens:
Deskundigheid vereist!

Slide 28 - Diapositive