MIcroscopie voorbereiding

Microscopie oefening
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Microscopie oefening

Slide 1 - Diapositive

Wat is een kenmerk van een stengel van een dicotyle plant?
A
de vaatbundels zitten in een ring
B
de vaatbundels zitten verspreid door de stengel
C
de vaatbundels bevatten geen cambium
D
hij heeft geen vaatbundels

Slide 2 - Quiz

Floeem
Xyleem
Sclerenchymkap
(Merg)parenchym
Cambium

Slide 3 - Question de remorquage

Wat is de functie van het cambium?
A
transport van water en mineralen
B
dat is opvulweefsel
C
celdeling doen om nieuwe hout- en bastvaten te maken
D
beschermen van de hout- en bastvaten tegen indrukken

Slide 4 - Quiz

Wat is de functie van het sclerenchym?
A
transport van water en mineralen
B
dat is opvulweefsel
C
celdeling doen om nieuwe hout- en bastvaten te maken
D
beschermen van de hout- en bastvaten tegen indrukken

Slide 5 - Quiz

Wat is de functie van het parenchym?
A
transport van water en mineralen
B
dat is opvulweefsel
C
celdeling doen om nieuwe hout- en bastvaten te maken
D
beschermen van de hout- en bastvaten tegen indrukken

Slide 6 - Quiz

Hoe weet je of iets een dwarsdoorsnede is of een lengtedoorsnede?

Slide 7 - Question ouverte

De doorsnede hiernaast is van een blad. Hoe heten de bovenste twee cellagen?
A
epidermis en sponsparenchym
B
epidermis en pallissadeparenchym
C
epidermis en nerf
D
nerf en schors

Slide 8 - Quiz

Wat is een nerf?
A
de cellen in een blad die fotosynthese doen
B
de vaatbundel in een blad
C
de houtvaten in een blad
D
een luchtholte in een blad

Slide 9 - Quiz

Rara
Hiernaast zie je een dwarsdoorsnede van een ...?
Welk nummer heeft 
A: het merg 13
B: een houtvat 8 t/m 11
C: een bastvat 4
D: de schors? 2
Onthoud en noteer in de volgende dia.


takje

Slide 10 - Diapositive

Welke nummers hebben
A: het merg B: een houtvat
C: een bastvat D: de schors?

Slide 11 - Question ouverte

Waar vind je altijd het cambium (in stengels en takjes)?
A
Tussen de bastvaten en de sclerenchymkap
B
Tussen de hout- en bastvaten
C
Tussen het mergparenchym en de houtvaten
D
In de buurt van de buitenrand

Slide 12 - Quiz

Houtvaten noemen we ook wel...
A
Xyleem
B
Floeem

Slide 13 - Quiz

Door de brandharen van brandnetels wordt je huid wat rood. Dat komt door...
A
de mechanische werking; de stekels blijven in je huid zitten
B
de chemische werking; het mierenzuur beschadigt de cellen

Slide 14 - Quiz

Waardoor kan een monocotyle plant zoals mais niet dikker worden en een dicotyle plant (zoals een eikenboom) wel?
A
Mais heeft geen hout- en bastvaten, een eikenboom wel
B
Mais heeft geen cambium, een eikenboom wel
C
Mais heeft geen bladeren, een eikenboom wel
D
Mais heeft alleen cambium in zijn wortels, een eikenboom ook in zijn stengel/stam

Slide 15 - Quiz