Woordenschat hoofdstuk 2

Woordenschat
Hoodfstuk 2
Blz 52
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Woordenschat
Hoodfstuk 2
Blz 52

Slide 1 - Diapositive




Programma


  • Theorie woordenschat
  • Quiz
  • Opdrachten maken

Slide 2 - Diapositive

Figuurlijk taalgebruik

Slide 3 - Carte mentale

Figuurlijk taalgebruik
Er wordt dan iets anders bedoeld dan er eigenlijk staat.
 

Er staat:
Hij woont in het hart van de stad.


Ze bedoelen:
Hij woont in het centrum/ midden van de stad

Slide 4 - Diapositive

Onder de boom lag een dode mus.
A
Letterlijk
B
Figuurlijk

Slide 5 - Quiz

Er staat wijn op tafel en voor de kinderen water.
A
Letterlijk
B
Figuurlijk

Slide 6 - Quiz

Je maakt me blij met een dode mus.
A
Letterlijk
B
Figuurlijk

Slide 7 - Quiz

De tandarts voelde aan Marks tand.
A
Letterlijk
B
Figuurlijk

Slide 8 - Quiz

Hij gaat onder zeil.
A
Letterlijk
B
Figuurlijk

Slide 9 - Quiz

Ik liet Rolf de tuin zien.
A
Letterlijk
B
Figuurlijk

Slide 10 - Quiz

Zij doet alsof haar neus bloedt.
A
Letterlijk
B
Figuurlijk

Slide 11 - Quiz

Het is altijd hetzelfde liedje.

A
Letterlijk
B
Figuurlijk

Slide 12 - Quiz

Ze moet wat water bij de wijn doen.
A
Letterlijk
B
Figuurlijk

Slide 13 - Quiz

Ik tikte Susan op haar vingers.
A
Letterlijk
B
Figuurlijk

Slide 14 - Quiz

Ik leidde Rolf om de tuin.
A
Letterlijk
B
Figuurlijk

Slide 15 - Quiz

Maken opdracht 1 t/m 8
Blz 52-55

Slide 16 - Diapositive

Ik kan figuurlijk taalgebruik herkennen en begrijpen
Ja
Nee

Slide 17 - Sondage

Lezen
timer
10:00

Slide 18 - Diapositive