BS1 voedingsstoffen

Thema 3: Vertering
BS1: Voedingsstoffen
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Thema 3: Vertering
BS1: Voedingsstoffen

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Hoe heet dit proces?

Slide 3 - Diapositive

Hoe krijgen we de energie die in voedsel is opgeslagen op de juiste plek in ons lichaam?

Slide 4 - Question ouverte

Slide 5 - Diapositive

Duurzaamheid rondom eten
Hoe kun je letten op duurzaamheid als het gaat om eten?

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Leerdoelen
- Je kunt de kenmerken en functies noemen van zes groepen voedingsstoffen en van voedingsvezels.

Slide 8 - Diapositive

6 groepen voedingsstoffen
koolhydraten (sachariden; binas 67F)
eiwitten (peptiden; binas 67H)
vetten (lipiden; binas 67G)
water
mineralen
vitaminen

Slide 9 - Diapositive

Voedingsvezels 
darmwerking en
verzadiging

Slide 10 - Diapositive

Binas

Slide 11 - Diapositive

Functies van voedingsstoffen
3 B's 
Brandstof: koolhydraat, vet (overschot wordt opgeslagen)
Bouwstof: eiwit, vet en water
Beschermende stof: vitaminen en mineralen

Voedingsvezel: wordt niet verteerd, wordt niet opgenomen
trekt water aan en stimuleert peristaltiek

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Waardoor kan een vegetariër in Zuid-Amerika ziek worden als hij alleen maar bonen eet en geen maïs?

Slide 16 - Question ouverte

Ralph eet veel vlees en vleeswaren. Hierdoor krijgt hij met zijn voedsel veel meer eiwitten binnen dan hij nodig heeft.
Wat gebeurt er met het teveel aan eiwitten dat Ralph binnenkrijgt?

Slide 17 - Question ouverte

Slide 18 - Diapositive

Bekijk afbeelding 1 en 2.
Beschrijf het verschil tussen een molecuul van een verzadigd vetzuur en een molecuul van een onverzadigd vetzuur.

Slide 19 - Question ouverte

Voedingsmiddel of voedingsstof?

Sleep de termen naar de juiste categorie
voedingsmiddel
voedingsstof
vitamine C
sinaasappelsap
aardappel
koolhydraat
boterham
eiwit

Slide 20 - Question de remorquage

Welke groepen van voedingsstoffen ken je?

Slide 21 - Carte mentale

Koolhydraten verteren: sleep de termen naar de juiste plaats
afgebroken
 tot
afgebroken
 tot
opname in het bloed
polysacharide
monosachariden
disachariden

Slide 22 - Question de remorquage

Eiwitten verteren: sleep de termen naar de juiste plaats
afgebroken
 tot
afgebroken
 tot
opname in het bloed
tri-/dipeptiden
aminozuren
polypeptide

Slide 23 - Question de remorquage

Vetten verteren: sleep de termen naar de juiste plaats
afgebroken
 tot
opname in het bloed en/of lymfe
glycerol
triglyceride
losse vetzuren

Slide 24 - Question de remorquage

Wat is een essentieel aminozuur?
A
een aminozuur dat je lichaam zelf aanmaakt dus die hoef je niet met je voeding binnen te krijgen
B
een aminozuur dat je lichaam niet zelf aanmaakt dus die hoef je niet met je voeding binnen te krijgen
C
een aminozuur dat je lichaam zelf aanmaakt dus die moet je binnenkrijgen met je voeding
D
een aminozuur dat je lichaam zelf niet aanmaakt dus die moet je binnenkrijgen met je voeding

Slide 25 - Quiz

Maak gebruik van binas 82A!
Nachtblindheid is een gebreksziekte ten gevolge van een tekort aan ...
A
vitamine A
B
vitamine B3
C
vitamine C
D
vitamine D

Slide 26 - Quiz

Maak gebruik van binas 82A!
Rachitis is een gebreksziekte ten gevolge van een tekort aan ...
A
vitamine A
B
vitamine B3
C
vitamine C
D
vitamine D

Slide 27 - Quiz

Diabetes mellitus type 2 (ouderdomssuikerziekte) is een ...
A
'gebreksziekte'
B
'welvaartsziekte'

Slide 28 - Quiz

Glucose is een ...
A
koolhydraat
B
vet
C
eiwit
D
voedingsvezel

Slide 29 - Quiz

Het molecuul uit de afbeelding behoort tot de ...
A
sachariden
B
peptiden
C
lipiden

Slide 30 - Quiz

Zowel natrium als chloride zijn ...
A
vitaminen
B
mineralen
C
voedingsvezels

Slide 31 - Quiz

Het molecuul uit de afbeelding behoort tot de ...
A
sachariden
B
peptiden
C
lipiden

Slide 32 - Quiz

Geef de definitie van het begrip 'verteren'.

Slide 33 - Question ouverte

Verteren
Het verkleinen van grote niet-opneembare moleculen zodat voedingstoffen opgenomen kunnen worden in het bloed.

Deze afbraak vindt plaats door werking van enzymen.

Slide 34 - Diapositive

Wel of niet verteren?
Moeten deze voedingsstoffen wel of niet worden verteerd?
wel verteren
niet verteren
koolhydraten
eiwitten
mineralen
vitaminen
vetten
water
voedingsvezels

Slide 35 - Question de remorquage

Ik heb de volgende leerdoelen begrepen:
- Je kunt de kenmerken en functies noemen van zes groepen voedingsstoffen en van voedingsvezels.
😒🙁😐🙂😃

Slide 36 - Sondage

Aan de slag
Maak een tabel waarin je de 6 voedingsstoffen 
categoriseert op functie. +
1 t/m 10 van BS1



Slide 37 - Diapositive