BS1 en BS2: voedingsstoffen en verteringstelsel

H5 - T3: Vertering - BS1
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H5 - T3: Vertering - BS1

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Je kent het onderscheid tussen een voedingsmiddel en een voedingsstof
Je kent de 7 groepen voedingsstoffen
Je kunt uitleggen waar de voedingsstoffen voor worden gebruikt

Slide 2 - Diapositive

Voedingsmiddel of voedingsstof?

Sleep de termen naar de juiste categorie
voedingsmiddel
voedingsstof
vitamine C
sinaasappelsap
aardappel
koolhydraat
boterham
eiwit

Slide 3 - Question de remorquage

Welke groepen van voedingsstoffen ken je?

Slide 4 - Carte mentale

7 groepen voedingsstoffen
koolhydraten (sachariden; binas 67F)
eiwitten (peptiden; binas 67G)
vetten (lipiden; binas 67H)
water
mineralen
vitaminen
voedingsvezels

Slide 5 - Diapositive

glucose is een ...
A
koolhydraat
B
vet
C
eiwit
D
voedingsvezel

Slide 6 - Quiz

het molecuul uit de afbeelding behoort tot de ...
A
sachariden
B
peptiden
C
lipiden

Slide 7 - Quiz

zowel natrium als chloride zijn ...
A
vitaminen
B
mineralen
C
voedingsvezels

Slide 8 - Quiz

het molecuul uit de afbeelding behoort tot de ...
A
sachariden
B
peptiden
C
lipiden

Slide 9 - Quiz

Geef de definitie van het begrip 'verteren'.

Slide 10 - Question ouverte

Verteren
het verkleinen van grote niet-opneembare moleculen zodat voedingstoffen opgenomen kunnen worden in het bloed

deze afbraak vindt plaats door werking van enzymen

Slide 11 - Diapositive

Wel of niet verteren?
Moeten deze voedingsstoffen wel of niet worden verteerd?
wel verteren
niet verteren
koolhydraten
eiwitten
mineralen
vitaminen
vetten
water
voedingsvezels

Slide 12 - Question de remorquage

koolhydraten verteren: sleep de termen naar de juiste plaats
afgebroken
 tot
afgebroken
 tot
opname in het bloed
polysacharide
monosachariden
disachariden

Slide 13 - Question de remorquage

eiwitten verteren: sleep de termen naar de juiste plaats
afgebroken
 tot
afgebroken
 tot
opname in het bloed
di/tripeptiden
aminozuren
polypeptide

Slide 14 - Question de remorquage

vetten verteren: sleep de termen naar de juiste plaats
afgebroken
 tot
opname in het bloed en/of lymfe
glycerol
triglyceride
losse vetzuren

Slide 15 - Question de remorquage

Functies van voedingsstoffen
3 B's 
brandstof: koolhydraat, vet (overschot wordt opgeslagen)
bouwstof: eiwit, vet en water
beschermende stof: vitaminen en mineralen

voedingsvezel: wordt niet verteerd, wordt niet opgenomen
trekt water aan en stimuleert peristaltiek

Slide 16 - Diapositive

Wat is een essentieel aminozuur?
A
een aminozuur dat je lichaam zelf aanmaakt dus die hoef je niet met je voeding binnen te krijgen
B
een aminozuur dat je lichaam niet zelf aanmaakt dus die hoef je niet met je voeding binnen te krijgen
C
een aminozuur dat je lichaam zelf aanmaakt dus die moet je binnenkrijgen met je voeding
D
een aminozuur dat je lichaam zelf niet aanmaakt dus die moet je binnenkrijgen met je voeding

Slide 17 - Quiz

Maak gebruik van binas 82A!
Nachtblindheid is een gebreksziekte ten gevolge van een tekort aan ...
A
vitamine A
B
vitamine B3
C
vitamine C
D
vitamine D

Slide 18 - Quiz

Maak gebruik van binas 82A!
Rachitis is een gebreksziekte ten gevolge van een tekort aan ...
A
vitamine A
B
vitamine B3
C
vitamine C
D
vitamine D

Slide 19 - Quiz

diabetes mellitus type 2 (ouderdomssuikerziekte) is een ...
A
'gebreksziekte'
B
'welvaartsziekte'

Slide 20 - Quiz

Leerdoelen
Je kent het onderscheid tussen een voedingsmiddel en een voedingsstof
Je kent de 7 groepen voedingsstoffen
Je kunt het begrip verteren definiëren
Je kunt uitleggen welke voedingsstoffen verteerd moeten worden
Je kunt uitleggen waar de voedingsstoffen voor worden gebruikt

Slide 21 - Diapositive