Herhalingsles H1 + H3.1/H3.2

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Herhalingsles H1 + H3.1/H3.2

LH3a

Planning

- Terugblik paragaaf 3.2
- Herhaling stof 

- Aan de slag! 

- Terugblik en afsluiting 

Wie heeft er wel is geld geleend? Welke leningen kennen jullie? Wat voor invloed heeft dit op je koopkracht? Schrijf dit op een blaadje in tweetallen op.

Welke leenmotieven komen we in de praktijk vaak tegen?

Leg aan de hand van een voorbeeld het verschil uit tussen een consumptief krediet en een hypothecaire lening.

Je leent 4000 euro. Je betaalt voor je lening maandelijkse termijnen van 130 euro. De afsluitkosten bedragen 50 euro. De lening heeft een looptijd van drie jaar. Wat zijn de kredietkosten?

Huiswerk bespreken! 

• ga aan de slag met de opdrachten van 3.2:
• 17 en 18 horend bij leerdoel 1!
• 26 en 27 horend bij leerdoel 2!
• 22 en  24 horend bij leerdoel 3!
• 19 en 20horend bij leerdoel 4!
• 3 en 5 van Rekenen

Heb je vragen of ben je eerder klaar? Steek je vinger op. 

Leerdoelen herhalingsles

- Je kunt benoemen welke leerdoelen uit H1 en 3.1/3.2 lastig voor je zijn. 

- Je kunt aan de slag gaan met de stof uit H1 en 3.1/3.2 en deze toepassen in verschillende contexten. 

Herhaling H1 + H3 'Bekijk alle leerdoelen uit deze paragaven. Met welke doelen heb je de meeste moeite? Schrijf dit even op een briefje en vouw het dicht. Vervolgens krijgen jullie op basis hiervan een individuele vervolg opdracht.

Wat zouden jullie allemaal graag willen hebben of kopen op dit moment?

Geef een voorbeeld van een primaire en secundaire behoefte.

Geef een voorbeeld van een schaars- en vrij goed.

Geef een praktijkvoorbeeld waaruit het begrip alternatieve aanwendbaarheid duidelijk wordt.

Welke inkomsten en uitgaven hebben jullie op dit moment? Maak hier een overzicht van en geef ook aan hoeveel je ongeveer kwijt bent.

Geef per uitgaven en inkomsten een voorbeeld uit je eigen praktijk. Schrijf deze op in het schema.

Wat is het verschil tussen het secundair inkomen en primair inkomen?

Oefenen

- Kleding omrekenen naar een week?

- Overschot of tekort op de begroting?

V3e had 25 leerlingen in de klas. Nu zitten er 30 leerlingen in deze groep. Met hoeveel procent is het aantal leerlingen in V3e gestegen?

Budgetlijn tekenen

Maak onderstaande budgetlijn:

Uitwerking: 

Welke oorzaken zijn er mogelijk, waardoor de budgetlijn is veranderd?

Ik krijg 200 euro kleedgeld per maand. Hoeveel krijg ik dan per week?

V3e had 25 leerlingen in de klas. Nu zitten er 30 leerlingen in deze groep. Met hoeveel procent is het aantal leerlingen in V3e gestegen?

De prijs van een boek was 20 euro. Nu zijn de prijzen met 3,8% gestegen. Wat is de nieuwe prijs?

Bij Pluto kost een scherm 399 euro. Bij Slank kost hetzelfde scherm 380 euro. Hoeveel procent is het scherm bij Slank goedkoper dan bij Pluto?

Wie is er nu actief actief aan het sparen? waarvoor spaar je dan? en hoe?

Je stort 1645 euro op de bank. Je rente is 2,5% per jaar. Wat is je saldo na een jaar? Hoeveel rente heb je dan ontvangen?

Je krijgt van de bank 5% rente over je spaargeld. De inflatie is 4%. Wat is de reële rente?

Wie heeft er wel is geld geleend? Welke leningen kennen jullie? Wat voor invloed heeft dit op je koopkracht? Schrijf dit op een blaadje in tweetallen op.

Welke leenmotieven komen we in de praktijk vaak tegen?

Leg aan de hand van een voorbeeld het verschil uit tussen een consumptief krediet en een hypothecaire lening.

Je leent 4000 euro. Je betaalt voor je lening maandelijkse termijnen van 130 euro. De afsluitkosten bedragen 50 euro. De lening heeft een looptijd van drie jaar. Wat zijn de kredietkosten?

'Quiz-masters'

- Stap 1: Maak met je buurman/buurvrouw 6 toets vragen per hoofdstuk uit H1 en 3.1/3.2. Schrijf op een blaadje de 6 vragen per hoofdstuk en op een ander blad de antwoorden. (Tip: niveau)

- Stap 2: Lever je antwoorden en vragen bij mij in. (15 min)

- Stap 3: Ieder groepje krijgt vragen uit een ander groepje, die jullie gezamenlijk kunnen gaan maken. (20 min)

- Stap 4: De uitwerkingen worden uitgedeeld en de punten worden bij elkaar opgeteld. (7 min)

- Stap 5: Centrale nabespreking. (10 min)

Aan de slag! 

- 1 en 2 van de herhalingsopdrachten van H1

- 5 en 6 van de herhalingsopdrachten van H1

- 8 van de herhalingsopdrachten van H1

- 2,3,4 en 7 van de herhalingsopdrachten van H3

Leerdoelen herhalingsles

- Je kunt benoemen welke leerdoelen uit H1 + 3.1/3.2 lastig voor je zijn. 

- Je kunt aan de slag gaan met de stof uit H1 en 3.1/3.2 en deze toepassen in verschillende contexten. 

Welke leerdoelen uit H1 en 3.1/3.2 beheers je erg goed?

Over welke leerdoelen uit H1 en 3.1/3.2 zou je graag nog extra uitleg willen?

Wil je verder nog iets kwijt? Dan kun je altijd bij me terecht.

Terugblik en afsluiting

• Terugblik vorige lessen
• Herhaling H1 + H3 
• Volgende les! (Oefentoets)
• vragen? opmerkingen?