aardappel rosti

• Horeca
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1-3

Aardappel rosti

Lesdoelen

aan het einde van de les: 

• kan je een aardappel raspen met een rasp.
• kan je rosti bakken, zonder het te laten verbranden. 
• 
  

00:24

stengels groeien....

wortels groeien....

Boven de grond

onder de groend

01:31

kan je de besjes van de aardappel plant eten?

1. ja, dat kan prima!
2. nee die zijn giftig!

01:43

Wanneer zijn de aardappels klaar om uit de grond te halen?

Rösti

Duitse aardappelkoek

geraspte aardappel

Om te maken:

• - vastkokende aardappel (valt niet uit elkaar bij bakken)
• - met of zonder schil
• - ALS de aardappel geschild gebruikt wordt, deze NIET na het schillen worden gewassen

voorbereiding

we gaan  aardappel rosti maken. 

We gaan met de volgende 3 slides, onze spullen verzamelen en de keuken hygiënisch schoon maken. 

ingredienten

materialen

stap 1 

Pak de vork. Kluts het ei in een kommetje.

Uitvoeren

Je gaat nu de rosti maken. 

Volg de stappen voor een goed resultaat

Stap 1

Schil de aardappel. 

Was deze NIET!

Stap 2

Rasp de aardappel. 

Doe dit in de bekken. 

Stap 3

Snipper de ui.

Stap 4

Doe de aardappel, kaas en ui in de bekken. 

Doe de helft van het ei erbij.

Stap 5

Roer door .

Breng op smaak met peper en zout. 

Stap 6

Verhit de olie in de koekenpan op halfhoog vuur. 

Draai de pan zodat de olie overal zit. 

Stap 7

Leg met je pollepel hoopjes aardappel in de koekenpan. 

Druk deze voorzichtig platter. 

LAAG VUUR

Stap 8

Schuif de bakspaan onder de rosti en

draai het om. 

gebruik je vork om te ondersteunen.

LAAG VUUR

Stap 9

bak de rosti aan beide kanten goud bruin. 

LAAG VUUR

Stap 10

Leg de rosti voorzichtig op een bord. 

Afronden

Na het koken ga je je spullen schoonmaken en opruimen. 

Je zorgt dat ze ruimte weer netjes wordt.

stap 1

Afwassen en afdrogen van het gebruikte materiaal

stap 2

maak je werkblad schoon

stap 3

Maak het fornuis schoon

stap 4

veeg en/of dweil de vloer. 

Nabespreken

kijk terug op de les. Hoe is het gegaan, wat ging super? 

zijn er ook dingen die je anders zou doen?

antwoord dit op de volgende slides

wat heb je geleerd deze les. Noem minimaal 1 ding

Wat ga je de volgende keer anders doen?

Hoe smaakte het gerecht?

1. lekker
2. niet lekker
3. een beetje lekker
4. ik heb het niet geproefd

wat weet je nu over aardappels?

Super, je bent bij het einde, tot volgende week!