1.1 Fictie les 3

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Afspraken:

• Je zit op je vaste plek.
• Op je tafel ligt je leesboek, werkboek, laptop, schrift en etui.
• Je telefoon is uit en zit in de kluis. Je tas staat netjes op het rek.
  
• Je laptop is dicht (geluid uit) en gaat pas open als de docent het vraagt.

Regels tijdens de les:

• Tijdens de instructie luister je naar de docent.
• Tijdens het samenwerken overleg je op normale praattoon.
  
• Je steekt je hand op voor vragen.
  

In stilte lezen in je leesboek

Wat heb je nodig? 

• Werkboek Talent Deel A
• Leesboek (iedere les mee!)
• Schrift met lijntjes 
• Etui 
• Laptop 

Programma 

Wat gaan we doen?:

• Instructie theorie Fictie 1.1
  
• Klassikaal aan de slag met Fictie 1.1
• Boekenlegger maken
• Lesafsluiting

Lesdoel. Aan het einde van de les:

• Weet je het verschil tussen fictie en non-fictie
  
• Weet je voorbeelden van realistische fictie en niet-realistische fictie

Theorie (fictie en non-fictie) 

Schrijf op in je schrift!

Fictie:

• realistische fictie: 
• niet-realistische fictie:

Non-fictie:

Theorie (fictie en non-fictie) 

Fictie = alles wat verzonnen is.
Fictie die 'net echt' is, noemen we realistisch.
Fictie die niet waar kan zijn, noemen we niet-realistisch. 

Voorbeelden fictie: leesboeken, strips, toneelstukken

Non-fictie = alles wat niet verzonnen is. 

Voorbeelden: schoolboeken, nieuwsberichten, enz.

Fictie 1.1 opdrachten

Wat:  Opdracht 2 t/m 4

Hoe: klassikaal

Noteer de antwoorden van de opdrachten in je schrift!

Wat: Klassikaal lezen tekst. Opdracht 5 t/m 7 + 9

Hoe: tekst lezen en klassikaal opdrachten maken

Noteer de antwoorden van de opdrachten in je schrift!

Afspraken:

• Je zit op je vaste plek.
• Op je tafel ligt je leesboek, werkboek, laptop, schrift en etui.
• Je telefoon is uit en zit in de kluis. Je tas staat netjes op het rek.
  
• Je laptop is dicht (geluid uit) en gaat pas open als de docent het vraagt.

Regels tijdens de les:

• Tijdens de instructie luister je naar de docent.
• Tijdens het samenwerken overleg je op normale praattoon.
  
• Je steekt je hand op voor vragen.
  

In stilte lezen in je leesboek

Wat heb je nodig? 

• Werkboek Talent Deel A
• Leesboek (iedere les mee!)
• Schrift met lijntjes 
• Etui 
• Laptop 

Programma 

Wat gaan we doen?:

• Herhalen theorie Fictie 1.1
  
• Klassikaal aan de slag met Fictie 1.1
• Boekenlegger maken
• Lesafsluiting

Lesdoel. Aan het einde van de les:

• Weet je het verschil tussen fictie en non-fictie
  
• Weet je voorbeelden van realistische fictie en niet-realistische fictie

Even herhalen...

Fictie:

• realistische fictie
• niet-realistische fictie

Non-fictie

Theorie (fictie en non-fictie) 

Fictie = alles wat verzonnen is.
Fictie die 'net echt' is, noemen we realistisch.
Fictie die niet waar kan zijn, noemen we niet-realistisch. 

Voorbeelden fictie: leesboeken, strips, toneelstukken

Non-fictie = alles wat niet verzonnen is. 

Voorbeelden: schoolboeken, nieuwsberichten, enz.

Fictie 1.1 opdrachten

Wat:  Opdracht 4

Hoe: klassikaal

Noteer de antwoorden van de opdrachten in je schrift!

Wat: Klassikaal lezen tekst. Opdracht 5 t/m 7 +9 

Hoe: tekst lezen en klassikaal opdrachten maken

Noteer de antwoorden van de opdrachten in je schrift!

Quiz Fictie 1.1

Checken lesdoel

Volgende les

• Verder met ....

Tip: kijk in Magister bij de volgende les wat je mee moet nemen!

Stoel aanschuiven en rommel in de prullenbak. 

Op teken van docent mag je het lokaal verlaten

Boekenlegger maken

Zet op het kaartje het volgende:

• Voornaam en achternaam
• Klas (B1B of B1C)
• Teken op je kaartje iets wat met jou te maken heeft: bijvoorbeeld je favoriete game, sport, over jouw karakter, vakantiebestemming etc., zodat ik je wat beter leer kennen!

Einde van de les lever je de boekenlegger in.

De volgende les gaan we ermee verder.

Bezoek mediatheek

Tweede lesuur:

Bezoek aan mediatheek: uitleg + boek uitzoeken

We nemen de tas en jas mee!

Quiz Fictie 1.1

1. fictie
2. non fictie

1. fictie
2. non fictie

1. Fictie
2. Non-fictie

1. Fictie
2. Non-fictie

Wat is dit?

1. fictie
2. non-fictie

fictie of nonfictie

1. fictie
2. non fictie

Zo doen we het!

• Deur dicht?: we zijn begonnen. Je gaat stil de klas binnen en neemt plaats.
• Tijdens de les niet naar de wc, mediatheek etcetera 

• Tijdens het zelfstandig werk ben je met je opdracht bezig.
• Maak aantekeningen tijdens de les. Neem je schrift altijd mee.
• Je maakt je huiswerk. Tip: probeer zoveel mogelijk in de les af te krijgen.

• Je laat je werkplek netjes achter: stoel aanschuiven, afval in de prullenbak.
• Je wacht op het signaal van de docent wanneer je mag inpakken. Als de bel gaat mag je (na toestemming) vertrekken.