Introductieles mavo 2 + start 1.1 Fictie les 1

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Welkom bij Nederlands

Planning

• Voorstellen
  
• Wat heb je nodig? zie Magister
• Hoe werken we tijdens de les?
• Het vak Nederlands
• Fictie/lezen

Voorstellen

Mijn naam is: mevrouw Vochteloo

Wat wil je van mij weten?

Vragen maar!

Wie zijn jullie...?

Fins

Wat heb je nodig?

• Werkboek Talent Deel A
• Leesboek (iedere les mee!)
• Schrift met lijntjes 
• Etui 
• Laptop 

Hoe werken we tijdens de les?

Afspraken:

• Je zit op je vaste plek.
• Op je tafel ligt je leesboek, werkboek, laptop, schrift en etui.
• Je telefoon is uit en zit in de kluis. Je tas staat netjes op het rek.
  
• Je laptop is dicht (geluid uit) en gaat pas open als de docent het vraagt.

Regels tijdens de les:

• Tijdens de instructie luister je naar de docent.
• Tijdens het samenwerken overleg je op normale praattoon.
  
• Je steekt je hand op voor vragen.
  

In stilte lezen in je leesboek

Zo doen we het!

• Deur dicht?: we zijn begonnen. Je gaat stil de klas binnen en neemt plaats.
• Tijdens de les niet naar de wc, mediatheek etcetera 

• Tijdens het zelfstandig werk ben je met je opdracht bezig.
• Maak aantekeningen tijdens de les. Neem je schrift altijd mee.
• Je maakt je huiswerk. Tip: probeer zoveel mogelijk in de les af te krijgen.

• Je laat je werkplek netjes achter: stoel aanschuiven, afval in de prullenbak.
• Je wacht op het signaal van de docent wanneer je mag inpakken. Als de bel gaat mag je (na toestemming) vertrekken.

Het vak Nederlands

• Waar denk je aan bij het vak Nederlands? zie Talent inhoudsopgave
• Waarvoor heb je Nederlands nodig?
  
• Wat verwacht je bij Nederlands te leren?
  
• Wat vind je lastig bij Nederlands?
  
• Wat vind je makkelijk aan Nederlands?
  

Programma van de les

1. Starten met in stilte lezen 

2. Opstarten: wat gaan we doen (lesdoel)?

3. Kort herhalen vorige les

4. Instructie nieuwe lesstof

5. Klassikaal oefenen

6. Zelfstandig aan de slag:

• Alleen of samen 
• In stilte of op normale praattoon 
  
• Docent loopt rond (vragen, extra uitleg, controle huiswerk)

7. Kort nabespreken, herhalen lesdoel en lesafsluiting

Hoe ziet de week eruit?

• Les 1: Start nieuwe leerstof van de week (zie studiewijzer)
• Les 2: Vervolg lesstof 
• Les 3: Vervolg lesstof 
• Les 4: Vervolg en (vaak) afronding van de lesstof

Elke les start je in stilte met je leesboek

Afwisseling met andere lessen: fictie, schrijven, leeslessen, spreekbeurt

Fictie/Lezen

Hoe lezen we?

Wat lezen we?

Mediatheek

Opdracht einde periode 1

Inloggen Talent

• Inloggen via Magister/Leermiddelen/Nederlands
• Met WiFi Edurom
• Gebruikersnaam = [e-mail]
• Wachtwoord = wachtwoord wat je hebt aangemaakt voor Magister 
• Leermiddelen/Nederlands
• Doorklikken en daarna klascode invullen

Inloggen LessopUp

• Ga naar de website: LessopUP
• Zoek naar je klas: B1C of B1B of M2A Corderius College
• Nieuw? Eerst registeren (zie volgende slide)
• Voeg je naam toe aan de klas M2A

Registeren met Office 365

Kies klas/klascode

Invullen: voor- en achternaam 

Studiewijzer

Lesdoel van deze les:

Aan het einde van de les weet je wat:

• Fictie en non-fictie is;
  
• Het verschil tussen realistische- en niet-realistische fictie.

Fictie 1.1

Wat betekent ook alweer het volgende?

Fictie

Realistische fictie

Niet-realistische fictie

Non-fictie

Theorie (fictie en non-fictie) 

Fictie = alles wat verzonnen is.
Fictie die 'net echt' is, noemen we realistisch.
Fictie die niet waar kan zijn, noemen we niet-realistisch. 

Voorbeelden fictie: leesboeken, strips, toneelstukken

Non-fictie = alles wat niet verzonnen is. 

Voorbeelden: schoolboeken, nieuwsberichten, enz.

Quiz

1. fictie
2. non fictie

1. fictie
2. non fictie

1. Fictie
2. Non-fictie

1. Fictie
2. Non-fictie

Wat is dit?

1. fictie
2. non-fictie

fictie of nonfictie

1. fictie
2. non fictie

Checken lesdoel:

Aan het einde van de les weet je wat:

• Fictie en non-fictie is;
• Het verschil tussen realistische- en niet-realistische fictie.

Volgende les (vrijdag)

• Verder met Fictie 1.1

Tip: kijk altijd in Magister bij de les wat je mee moet nemen!

Stoel aanschuiven, rommel in de prullenbak. 

Op teken van docent mag je het lokaal verlaten