Breuken vermenigvuldigen en delen

BREUKEN
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

BREUKEN

Slide 1 - Diapositive

Wat weten we nog?

Slide 2 - Diapositive

Hoe noemen we het bovenste getal van de breuk?
A
Noemer
B
Teller

Slide 3 - Quiz

Hoe noemen we het onderste getal van een breuk?
A
Noemer
B
Teller

Slide 4 - Quiz

4/5
2/8
3/7
3/9

Slide 5 - Question de remorquage


83+84=
A
1/8
B
7/4
C
8/7
D
7/8

Slide 6 - Quiz


83+81=
A
1/2
B
4/16
C
7/8
D
4/8

Slide 7 - Quiz

                     en door...

Slide 8 - Diapositive

Breuken vermenigvuldigen

Slide 9 - Diapositive

Vermenigvuldigen hele getallen
Pietje vult 6 glazen cola. Hij vult elk glas met 1/3 liter cola. 
Hoeveel liter cola heeft Pietje nodig?

rekensom wordt: 6 x 
31

Slide 10 - Diapositive

Berekenen
Je deelt het hele getal door de teller van de breuk. 
dus 6 x 1 = 6
Breuk wordt dan

altijd vereenvoudigen: dus 2 (hele) 
36

Slide 11 - Diapositive

2 breuken vermenigvuldigen
teller x teller
noemer x noemer 
en altijd vereenvoudigen!!!

Slide 12 - Diapositive


2132

Slide 13 - Question ouverte


3172

Slide 14 - Question ouverte


251

Slide 15 - Question ouverte

Breuken delen
Je deelt de teller door het hele getal


      :  3  =                                          15  :  3  =  5  breuk is: 
                                                      
Vereenvoudig: 1
315
35
32

Slide 16 - Diapositive

Soms kan je de teller niet delen. Dan maak je de breuk groter:
Je doet dan de noemer veranderen en de teller. 

Slide 17 - Diapositive

Breuken en decimale getallen

Slide 18 - Diapositive

Breuken en decimale getallen

Slide 19 - Diapositive

Breuken en decimale getallen
Van breuken naar decimale getallen, dan schrijf je de breuk eerst om naar tienden, honderdsten of duizendsten

Voorbeeld:

Slide 20 - Diapositive

Breuken en decimale getallen 
  • Je kunt breuken en decimale getallen naar elkaar omrekenen.
  • Je gebruikt hiervoor breuken met als noemer 10 (tienden) 
of 100 (honderdsten)

Slide 21 - Diapositive

Breuken en decimale getallen

Slide 22 - Diapositive