2HV Thema 3 BS8 Bloedgroepen (& herh. afweer)

• Biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

3.5 deel 2 & 3.8

Uitleg deel 2 van 3.5

Uitleg 3.8: bloedgroepen

Aan de slag met de opdrachten

Bloedplaatjes

Rode bloedcellen

Witte bloedcellen

Bloedstolling

Afweer

Zuurstof vervoeren

Hemoglobine

Antistoffen maken

• Antigeen= eiwit op een lichaamsvreemde cel of virus
  

• Antistof= stof die een witte bloedcel aanmaakt om het antigeen onschadelijk te maken

Witte bloedcel maakt antistoffen

Waar voel je je eigenlijk ziek van?

1. Van de infectie
2. Van de infectie en van de afweerreactie van je lichaam
3. Van de afweer van je lichaam
4. Van de witte bloedlichaampjes

Antigeen= eiwit (slot) op een lichaamsvreemde stof zoals een bacterie

Welke letter stelt een antistof voor?

1. P
2. Q
3. R

Antigeen= eiwit (slot) op een lichaamsvreemde stof zoals een bacterie

In welke tekening is de ziekteverwekker het MINST schadelijk

1. Tekening 1
2. Tekening 2
3. Tekening 3

Sleep de 4 juiste termen naar de juiste uitleg

Cellen die antistoffen maken

Bij een tweede besmetting word je niet meer (erg) ziek

Een prik met verzwakte ziekteverwekkers

Dode bacteriën en dode witte bloedcellen

Immuun

Afweer

Infectie

Rode bloedcellen

Pus

Vaccinatie

Witte bloedcellen

Allergie

Ook een allergie is een foutje in je immuunsysteem. Je immuunsysteem reageert dan heftig op bepaalde stoffen die eigenlijk niet gevaarlijk zijn (allergische reactie).

                                                                                                                       Anafylactische shock

Allergische reactie

Allergie: overgevoeligheid voor een stof, bv rode plek, jeuk, etc.

Zeer ernstige reactie: anafylactische reactie, potentieel dodelijk.

Anafylactische shock

Een zeer zware allergische reactie 

Levensbedreigend!

Epi-pen (adrenaline) vernauwt de bloedvaten tijdelijk.

Als je bloedgroep A geeft aan iemand met bloedgroep B dan:

1. Treedt er geen specifieke immuunreactie op
2. Gaat het bloedplasma stollen
3. Gaan de bloedcellen "klonteren"
4. Valt de persoon met bloedgroep B flauw

Als je antistof "anti-B" geeft aan iemand met bloedgroep O dan:

1. Treedt er geen specifieke immuunreactie op
2. Zwellen de bloedplaatjes op
3. Gaan de bloedcellen "klonteren"
4. Valt de persoon met bloedgroep O flauw